102
hiermede verwante, beschaving in het toenmalige Friesche
gebied kunnen wijzen.
Het bedoelde oordeel van Mej. M. G. A. de Man over den
aard der bevolking onzer kusten vind ik in een handschrift
Welk licht geven de gevonden munten te Domburg over de
bevolking later omgewerkt tot het in 1936 verschenen
artikel 1
,,In onze streken moet een sterk Angelsaksische bevolking
hebben gewoond, die in den beginne veel relaties met Enge-
„land had, daar vele sceatta's, die uitsluitend Engelsche typen
hebben, te Domburg zijn gevonden. De oudste sceatta's
..dateeren van omtrent het jaar 700. Het meerendeel van de
„honderden, ja misschien wel duizenden sceatta's, die in
..Domburg zijn begraven gevonden, moeten in ons land zijn
„geslagen. Deze hebben op de keerzijde een -i-|-r met om
schrift zonder zin. De voorzijde laat een koningshoofd zien
„met al dan niet runen er voor. Deze sceatta's zijn uiterst
„zeldzaam in Engeland en behooren tot de algemeenste in
„ons land. Zooals reeds is gemeld, waren ze tegelijk met de
„Frankisch-Merov. zilvermunten in omloop en bleven nog een
„tijdlang onder de Karol. koningen in gebruik. Er zijn nog
„sceatta's. ook tamelijk veel in Domburg opgeraapt, die een
„Wodanhoofd vertoonen en een slang of draakachtig dier op
„de keerzijde. Deze sceatta's die een Noorsch karakter voeren,
„zijn uit Engeland of uit het Noorden ingevoerd."
En op blz. 56 van Que sait-on de la plage de Dombourg
geeft de schrijfster in hoofdzaak hetzelfde als hiervoor ge
citeerd
„Wat de Friezen betreft, zij hebben zonder twijfel hier op
„de Zeeuwsche eilanden verblijf gehouden, toen deze streken
.deel van hun grondgebied uitmaakten.
„Men weet dat de Saksers, voor hun intocht in Groot-
„Brittannië. ons land hebben bezocht en dat vele van hen zich
„hier voor goed hebben gevestigd.
1) Vg. Archief 1936: Mej. M. G. A. de Man, t.a.pl. In bedoeld
handschrift wordt meer de nadruk op de A. Saks. bevolking gelegd.