103 ..De angelsaksische munten te Domburg verzameld, zijn „bijna even talrijk als de frankische. Men heeft evenwel het „aantal der Angelsaksen die onze streken bewoond hebben, „sterk overdreven, omdat men onder dien naam verschillende „barbaarsche stammen heeft vereenigd en verstaan." Naar onze meening is dit juist, en zonder twijfel is dus de bevolking onzer kusten zeer sterk Angelsaksisch getint sedert dien tijd, met bijmenging van verwante Jutten. Friezen enz. Later volgt hierop de Frankische bevolkingsinvloed. Wij namen hiervoor de oorspronkelijke opvatting van Mej. De Man over, in haar stuk in Archief 1936, onder den invloed van het art. van Colonel N. T. Belaiew 1t.a.pl. later ge deeltelijk gewijzigd, welke auteur in het bijzonder den nadruk op de Friezen en hun munt-slag legt. Het komt mij intusschen voor, dat ook hier de waarheid in het midden ligt. Want het blijkt steeds duidelijker dat een en dezelfde beschaving in de vroege eeuwen zoowel in de Angelsaksische als de Friesche landen heerschte, natuurlijk in kleine bijzonderheden verschillend. Zoo zullen ook in het Friesche gebied de meeste dezer A. S. munttypen nagevolgd zijn. Maar om te beslissen, waar ze het eerst optreden, zouden wij veel meer bijzonderheden moeten kennen alleen op grond daarvan zou men kunnen spreken van een oor- spronkelijken Frieschen muntslag. Tenslotte zij hier nog herinnerd aan de reeds vermelde voorwerpen van bewerkt been schaatsen, kammen, later nog volgden fluitje, dobbelsteen, enz. Volgens Boeles t.a.pl. geven ook deze vondsten een duidelijke verwantschap aan met de Friesche beschaving. 1) Colonel N. T. Belaiew t.a.pl.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1937 | | pagina 157