107
Een groot aantal gegevens groepeert zich om Pieter Joris
opt Rosevelt en zijn zoon Joris Pieters. Pieter Joris verwerft
in 1639 stukken grond in het Roolant, dat Noordelijk van het
Rosevelt lag. In eene akte van 1643 wordt hij genoemd Pieter
Jorisse, landman op het Roosevelt. In dat jaar bewoonde hij
dus stellig nog eene der hoeven op het Rosevelt.
Uit de stukken blijkt met vrij groote zekerheid van wien
hij zijne hoeve aldaar had gekocht. Een kohier der stad
Tholen betreffende de huisschatting ten plattelande in het
jaar 1624 noemt van het Noorden naar het Zuiden twee
hoeven op het Rosevelt, bewoond resp. door Dignus Maer-
tense 1en Mattheus Blok. De hoeve van Dignus Maertense
werd na zijn overlijden, dat vóór Maart 1633 plaats had.
door zijne erfgenamen verkocht aan Jan Lievens, gehuwd
met Dignus' weduwe2). Jan Lievens komt in de rekeningen
der geestelijke goederen over 1650 en volgende jaren nog voor
met de aanduiding op het Rosevelt. Zijne hoeve is derhalve
in de betrokken periode niet aan anderen overgedragen, dus
ook niet aan Pieter Joris.
Uit de rekeningen der geestelijke goederen over 1631 en
volgende jaren blijkt, dat Pieter Jorisse, sinds 1638 het
begin van een nieuwen heventijd aangeduid met de bij
voeging op het Rosevelt. in pachten en andere rechten
Mattheus Blok is opgevolgd. Het is dus hoogst waarschijnlijk,
dat ook diens hoeve in het bezit van Pieter Jorisse overging.
De transportakte is evenwel niet gevonden.
Pieter Jorisse, die gehuwd was met Pieternelle Marinissen,
overleed kort vóór 22 Februari 1647. Zijn zoon Joris Pieters
verwierf daarna bij transportakte van 6 Januari 1648 een
huis, twee schuren, bakkeet, hof en boomgaard, staande en
gelegen in Oud-Vossemeer 3). Dit is het eenige gegeven, dat
ik ontleen aan het dossier, bijeenqebracht door den heer Van
1) Hij woonde reeds in 1622 op het Rosevelt. L. W. A. M. Lasonder,
Inventaris der rechterlijke archieven van de Zeeuwsche eilanden, no.
5201, fol. 3.
2) A.w., no. 5179 fol. 83.
3) A.w., no. 5179, fol. 88 vs.