124
dergelijke silhouetten bekend zijn, o.a. van de familie Mossel,
waarvan ik in 1935 een voorbeeld zag bij mevrouw A. van Erp
Taalman KipMossel, te Rotterdam,
Ik kom nog even terug op dat gedeelte van den brief van
Van Outhoorn, waar hij op het adres de brief in handen stelt
van ,,de heer Commandeur Michiel Landsheer", zie hierboven,
Hier wordt dus een kapitein of gezagvoerder van een koop
vaardijschip. „Commandeur" genoemd. Laatstgenoemde titel
werd vroeger gegeven aan den bevelhebber van een walvisch-
vaardersschip. Zoo sprak men van Commandeur Zorgdrager,
Commandeur Raven, Kat, enz.
In 1933 publiceerde S. Lootsma te Zaandam een uitstekend
boekje, getiteld „Het testament van Gerrit Heynis, verhaal
uit den tijd der Zaansche Groenlandvaart". Op blz. 5 lezen
we daar „Commandeur was de titel van de gezagvoerder op
een walvischvaarder."
In 1937 schreef Lootsma hierop een vervolg in den vorm
van een voortreffelijk gedocumenteerd groot werk over „Bij
drage tot de geschiedenis der Nederlandsche walvischvaart,
meer speciaal de Zaansche".
Op blz. 47 zegt hij daar „Want zonder éénige uitzonde
ring zijn commandeurs, gezagvoerders van walvischvaarders
geweest" en op dezelfde bladzijde vervolgt Lootsma „Capi-
teyns waren de bevelhebbers van koopvaardijschepen". Op
blz. 57 staat nog „Het blijft toch een opmerkelijk feit, dat
nooit of zoo goed als nooit die titel (commandeur) wordt
gegeven aan de gezagvoerder bij de koopvaardij".
We hebben hier dus op het door Van Outhoorn geschreven
adres, een voorbeeld van het gebruik van het woord „Com
mandeur". voor gezagvoerder van een koopvaarder.
Vóór ik dit geval kende, heb ik ook jaren lang gemeend,
dat „Commandeur", alléén en uitsluitend gebruikt werd voor
walvischschepen. Het blijkt dus nu, dat er uitzonderingen op
kunnen bestaan. Ook hiervoor heeft onze brief eenige betee-
kenis. Tot slot mogen hier nog eenige bijzonderheden volgen
over W. van Outhoorn. die ontleend zijn aan de encyclo
pedie van Winkler Prins, 1921, 4e druk.