XVII
de opvatting te verdedigen, dat deze behooren tot de 'aan
spoelingen' van art. 651 B.W. Immers er bestaan alle over
gangen in grootte tusschen de potvisschen en de kleine orga
nismen of deelen van organismen, zooals schelpen en micros
copische wieren, die zeker tot de 'aanslijkingen en aanwassen'
van dit artikel behooren. Ook is zelfs een potvisch klein ten
opzichte van een zandplaat in de Schelde.
Onbesproken laat ik de vraag, of polder-reglementen het
rapen op stranden en oevers beperken kunnen, zooals deze
onder meer het bijeenharken van schelpen als bedrijf regelen.
Ik kan de juridische vragen slechts stellen, niet beant
woorden, en waarschijnlijk kan ik ze niet eens juist formu
leeren, want leeke-vragen zijn meestal slecht gesteld.
Twee malen in het afgeloopen jaar ontvingen wij door be
middeling van de betrokken autoriteiten bericht, dat een tro
pisch land- of zoetwaterdier aan het strand van Walcheren
aangespoeld was. Veiligheidshalve zijn de wettelijke bepalin
gen betreffende strandvonderij op deze gevallen van toe
passing geacht.
16 October 1936 vond men aan het Westerstrand in de
gemeente Domburg een geheel gaaf exemplaar van den twee-
vingerigen luiaard, Choloepus didactylus L. dit zoogdier
komt in tropisch Zuid-Amerika (o.a. Suriname) in het wild
voor. Het is niet opgehelderd, waardoor deze luiaard tot de
garnalen in plaats van tot de mieren gegaan is. Door de wel
willendheid van den Directeur van het Zoölogisch Museum
te Amsterdam ligt de huid aldaar gepraepareerd tot onze
beschikking.
De oorsprong van een krokodil, die 7 December 1936 aan
het strand te Vrouwenpolder in een transportkist aanspoelde,
is waarschijnlijk opgehelderd. De 'Simaloer' van de Maat
schappij 'Nederland' had nl. op de thuisreis in November
eenige levende dieren aan boord, bestemd voor het genoot
schap 'Natura Artis Magistra' te Amsterdam een krokodil
uit Malang (Java), die tijdens de reis den laatsten adem
uitblies, is den 27en November 1936 op de route London-
Archief 1937
b