3 zooverre is op onze nadere studie vooruitgeloopen, waar het tot motiveering onzer conclusies noodig wes. I. SCHOUWEN. Op de hierboven vermelde zuidelijke drie kusteilanden komen naast vroonen, leenen en vrijlanden ook Hayman- landen voor, die alle in dit opzicht bevoorrecht waren, dat ze geen lasten betaalden. „Over de eerste drie hier genoemde zijn de deskundigen „het vrijwel eens. Zoowel vroonen als leen- en vrijlanden „zijn ten eeuwigen dage vrij van schot, bede en polderlasten. „Zij danken dien vrijdom aan een contract of overeenkomst „bij het bedijken van een polder gesloten, tusschen den eige- „naar der schorren en hun bedijker de vrijlanden ook aan „hun natuurlijke ligging." Uitvoerig vindt men dit in Schouwen vóór 1600 door Mr. A. J. F. Fokker, blz. 65 e.v., wiens grondige studie over dit onderwerp wij ook verder volgen. Met de Haymanlanden evenwel was men minder vlug ge reed veel is er reeds over geschreven, doch tot heden onbe vredigend. Een uitvoerig overzicht over deze literatuur geeft Fokker t.a.pl., waaruit wij het volgende aanhalen „Verheije v. Citters, in zijn Memorie over de Vroon-, „Leen-, Hayman- en Vrijlanden in Archief Zeeuwsch Ge nootschap He deel. meent dat dit woord van het Fransche „haye is afgeleid en beteekent een tegen de zee toegesloten „verblijfplaats, haye toesluiting. men-oir woning. „De dalen of pannen in de duinen, die door zandheuvels „zijn omrmgd en tegen de zee besloten zijn, worden daarom „haymannen genoemd, evenals alle land dat in de kanalen „tusschen de wateringen opwaste. Hij tracht dan te bewijzen „dat dit zoo is, met de Haymannen in Walcheren, ruim 1100 „Gemeten in Schouwen, waar de 175 Gem. 216 Roeden „hayman in Renesse volgens hem liggen in den mond der „Schelveringe, en met de andere haymannen aan de zuidzijde „op het scheid van 't Zuider- en Westervierendeel, die uit een „kreek aldaar zouden zijn opgewassen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1937 | | pagina 57