7 De eindverklaring van Fokker luidt „Hayman is dus een verhoogde omringing, m.a.w. lahd, „omgeven door een verhooging, door een kade, dijk of duin." Fokker vervolgt dan met de opmerking dat Verheije van Citters t.a.pl. over het grootste en voornaamste deel der Hay- manlanden zwijgt. Daarom geeft F. ter aanvulling een uitvoerig extract uit het Veldboek van den Westeren Ban van den Duine van 1667, overgezet in 1783, ons eveneens ter inzage verstrekt en waar uit de juistheid van F.'s conclusie blijkt. Het le bevang bevat 19 Gem. 105 R. zouten H. 22 Gem. 130 R. verschen H. Het 2e bevang bevat 10 Gem. 80 R. zouten H. 8 .Gem. 255 R. verschen H. De volgende 21 bevangen bevatten uitsluitend verschen H in totaal is de heele Westeren Ban 29 G. 185 R. Zoute H. en 2457 Gem. 70 R. Versche H. dit wordt dus 2486 Gem. 255 R. Hayman, gegoed voor 391 Gem. 158 R. De zoute Hayman is ver plicht tot bijdragen aan den polder Schouwen. En van den Oosteren Ban van den Duine wordt vermeld een extract uit het Veldboek van 1610, overgezet in 1646, 1664, en eindelijk in 1790. Ook hier ontmoeten we Zoute en Versche H. waarvan de eerste weer bijdraagt aan den polder Schouwen. le en 2e bevang samen 74 Gem. 264 R. Zoute H. 3e bevang heeft 100 Gem. 252 R. Zoute H. totaal 175 Gem. 216 R. Zoute H. In het geheel bevatten de 24 bevangen samen 1540 G. 99 R., meerendeel dus Versche Hayman, gegoed voor 306 G. 210 R. De algemeene benaming voor alle gronden in deze beide polders is dus Hayman. F. geeft als zijn meening, dat deze hoog gelegen gordel, door de natuur gemaakt, de duingronden heeft beschermd om die reden dragen ze den naam Hayman- landen.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1937 | | pagina 61