10
geeft v. Citters nog eene duidelijke aanwijzing van het ka
rakter der hayman- en andere vrij-landen. Deze luidt
,,De opgaven van de grootte des eilands wordt alhier in
gevoegd om aan te wijzen dat de dijkvrije schotbare gemeten
onderscheiden zijn van dijkvrije vroon-, leen-, hayman- en
„vrije landen. De eerste betaalden waterpenningen, en de
laatste noch water- noch dijkpenningen."
De verklaring van het woord Hayman door van Otters
is reeds hiervoor vermeld door Fokker evenmin als deze
kunnen wij ons er mede vereenigen.
Zooveel is evenwel zeker, en dit blijkt ook uit de gegevens
in Fokker t.a.pl., dat de Hayman- en Vrijlanden van ver
schillenden oorsprong zijn en ook in de administratie nog
lang gescheiden waren.
Naar de meening van Verheije van Otters, t.a.pl., blz. 61
en „wel omdat ook deze landperceelen geheelen of gedeelte
lijken vrijdom van dijkgeschot genieten, behooren ook verder
„tot de landen die gehayed of vrijgeworden zijn, nog de 273
„Gem. 214 R. beoosten de duinen onder Soetelande, Beekerke
„en Koudekerke, evenals de reeds genoemde langs de duinen
„onder Westkapelle, Domburg en Oostkapelle (de Wala-
„caria's)."
Slechts kort geleden is over ons onderwerp een nieuwe
studie verschenen. De waarde van het artikel van den heer
P. L. Tack 1wiens uitvoerigen arbeid wij ten zeerste waar-
deeren, hoewel zijne conclusie ons niet kan bevredigen, is toch
zeer groot. Immers, de gegevens betreffende de ligging der
H. landen van V. v. Citters worden bevestigd en aangevuld,
terwijl duidelijk blijkt dat deze schriftelijke bronnen slechts
den lateren, secundairen toestand weergeven.
Achtereenvolgens vermeldt Tack (t.a.pl. blz. 69)
1. „de Hayman of het polderken beoosten Mortiere."
2. „de uitgestrekte aaneengesloten partij, ingedeeld bij de
„West-, Oost- en Zuid-Watering."
1) P. L. Tack. Walchersche plaatsnamen. Hayman en Haemete, in
Nomina Geographica Neerlandica X.