19
verband met zijn bodem en geschiedenis'' 1geeft in een noot
op blz. 87, na de reeds genoemde verklaring van Dr. v. Weel
,,Dr. R. v. d. Meulen wees mij er op, dat men bij dit woord
„ook denkt aan het M. Nederl. heimode, heimede, hemede,
„hemethe de laatste vorm komt voor als synoniem van
„wildert in Brabantsche stukken." Geen enkele der hier ge
noemde auteurs evenwel kan verwijzen naar een betrouwbare
literaire bron elke herinnering hieraan schijnt zelfs verloren
gegaan.
Voorloopig daarom leek ons alleen de meening van Dr. De
Man, door het zoeken van contact met het Engelsch, het meest
in de goede richting. Maar na het voorgaande was het toch
duidelijk, dat wij onze hoop niet langer dienden te vestigen op
scherven en verloren documenten, maar ons moesten begeven
op het terrein van folklore en dialect, de gesproken of ge
schreven overblijfselen der vroegere volksgebruiken of der
oude taal.
Zeer wel is het ons bekend, dat op deze wijze tot heden
geen geschiedenis werd geschreven toch bestaat de mogelijk
heid, dat uit een of meer der vroegere beschavingsperioden de
herinnering bewaard bleef aan gebeurtenissen, gebruiken en
benamingen uit die vroege tijden, welke niet of slechts laat
in de geschreven stukken zijn opgenomen. Een sterke conti
nuïteit mag men veilig aannemen alleen verzwakt, zoowel op
stoffelijk als geestelijk terrein, geleidelijk elke herinnering aan
het voorgeslacht. In dit verband spreekt men van primair en
secundair, en het is duidelijk dat de Haymanlanden ons in
hoofdzaak slechts in den laatsten vorm zijn bewaard gebleven.
Het bepalen nu van den primairen vorm, het herkennen
van de oorspronkelijke beteekenis is te moeilijker naarmate in
den loop der tijden daarvan meer is afgeweken, zoodat ten
slotte soms slechts een nauwelijks herkenbaar rudiment
overbleef.
Toch moet de gezochte verklaring, ook van ons raadsel, te
vinden zijn, mede vooral door het verband met andere bekende
1In Nederlandsch Kruidkundig Archief, Jg. 1920.