21 Uitgaande nu van dit principe, nl. dat der continuïteit, trok het onze aandacht, en de opmerkzame lezer heeft het wellicht ook reeds gezien, dat naast Dr. De Man, die Hayman gelijk stelt met Highman Hoofdman, ook Fokker, en juist op geheel andere gronden, ontleend aan de door hem vermelde artikelen uit het Schouwsche Dijkrecht, vergeleken met het Placcaet der St. v. Zeeland, eveneens tot de conclusie hayen verhoogen, ophoogen, kwam. Evenmin als Fokker, die alleen zegt hayen ophoogen, verhoogen, geeft ons De Man letterlijk high hoog, maar er is toch weinig twijfel aan of beide auteurs hebben dit gezien, want alleen een hoogman kan ook hoofdman zijn, volgens De Man. In elk geval is zooveel zeker, dat dit de beide auteurs zijn die het verst in de goede richting waren en deze vrijwel overeenkomstige conclusies, vooral ook op zoo verschillende gronden, geleken ons een belangrijke aanwijzing, waardevol genoeg, om verder te ver volgen. Want de vraag is nu niet meer wat beteekent Hay- manlanden Deze is gewijzigd in dezen vorm In welke be schavingsperiode mag in onze streken met eenigen grond verondersteld worden, dat hoog hier werd uitgesproken als hay (Eng. high), terwijl onder lateren invloed, waarschijn lijk van elders, deze uitspraak gewijzigd werd in hoog of 'aog in Zeeuwsch dialect. Van het grootste belang is dit bestaan van deze latere vorm hoog. waaruit dus duidelijk blijkt dat hay op deze wijze tot een fossiel en dus geleidelijk onver staanbaar moest worden. Met de munttypen is het dikwijls op dezelfde wijze gegaan wanneer een nieuw was ingevoerd, werd het oude langzamerhand geïmmobiliseerd en verstarde het. Dit alles hangt geheel logisch samen, het zijn twee voor beelden van hetzelfde verschijnsel, en om dezelfde reden is ook hayman tenslotte voor ons geheel onverklaarbaar geworden. Dus zeer waarschijnlijk gaan wij op deze wijze met het onder zoek in de juiste richting. Het is nu van zeer veel belang te weten hoe Fokker en De Man tot dit, ook naar onze meening, juiste inzicht zijn gekomen. Want Fokker s verdienste is niet alleen dat hij het materiaal verzamelde over de oorspronkelijke situatie der

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1937 | | pagina 75