22
Haymanlanden op Schouwen, maar vooral ook. dat hij de
onderling verwante termen haayen, haaysel, haayselwete,
voorste en achterste Haaye, het Haaitje in verband hiermede
heeft gebracht en de beteekenis ervan verklaarde.
Fokker heeft o.i. dus weergevonden wat in de Veldboeken-
literatuur zoowel als in het oudere dialect na zoovele eeuwen
nog is blijven bestaan wel sterk is dus hier de continuïteit
gebleken en daardoor was het Fokker mogelijk de zaak zelfs
zoover terug te tasten, tot in den tijd van haar oorsprong,
zooals ons eerst later is gebleken.
Maar (en dit is het oordeel van den modernen onderzoeker,
die door veel grooter feitenkennis ook de kleinste bijzonder
heden in hun onderlingen samenhang beter kan doorzien),
dan is die beschavingsperiode, waaruit dit alles is achterge
bleven, en na zooveel eeuwen nog merkbaar blijft, in zijn
oorsprong en nawerking zeer sterk geweest. Dit is duidelijk
geen op zichzelf staand geval, b.v. door een naam, uit den
vreemde ingevoerd integendeel bewijst ook de samenhang
van de andere vermelde hay-termen met „hayman dat dit
alles een karakteristiek bestanddeel moet hebben uitgemaakt
van de taal der bewoners in die dagen. Naar alle waarschijn
lijkheid zijn er, uit denzelfden tijd, nog wel andere sporen, die
ook in deze richting wijzen en zeker is, dat naast het dialect
van Westvoornei) ook dat van Schouwen zeer oude resten
heeft bewaard, waarover later meer. Blijft nog de vraag, onder
welken invloed en in welken tijd hay door hoog is over
vleugeld.
Aan Fokker hebben we dus deze directe literaire bron te
danken, zij het dan iets verzwakt en onduidelijk, maar toch
als aanwijzing nog zeer belangrijk.
Bovendien kunnen deze gegevens op hooge waarde geschat
worden, want Fokker behandelt hier een onderwerp, hem in
alle opzichten toevertrouwd. Zijn academisch proefschrift had
tot titel „Het Bestuur van het Waterschap Schouwen" en
daarna, deze historische studie voortzettende en sterk uit-
1) M. A. van Weel, t.a.pl.