25 overeenkomst met ons eigen dialect alleen wordt daar lang zamer en gerekt gesproken Voorbeelden Vaej suf, slaperig faöie, op Schouwen. Boezendevol boesvol, boordevol, op Schouwen. Zoo zout as brin zoo zout als brim, Sch.; Eng. brine pekel. Hoogstwaarschijnlijk hebben dus Friezen en Saksen, in deze vroege tijden tot hier en nog verder doorgedrongen, de reeds aanwezige, niet talrijke, Germaansche bevolking onzer eilanden gedurig aangevuld en versterkt de taalverwantschap wijst in die richting. Nog veel meer voorbeelden zouden er te geven zijn voor ons doel is genoeg, dat deze vroege Friesch-Saksische onder laag in onze verschillende Zeeuwsche (Ouddorp en Flakkee inbegrepen) dialecten nog zeer duidelijk is te herkennen, en dus op grond daarvan de conclusie hayman-hoogman te aan vaarden is. En iedere taalkundige zal met ons van meening zijn dat onder den invloed van het Frankische dialect dit hay weer later in hoog moet zijn veranderd. Voor het sterk Angelsaksisch karakter onzer vroege kust bevolking zie men de Angelsaksische en Friesche invloeden hierachter, waarin o.m. de meening hierover van de bekende numismate Mej. M. G. A. de Man, die in het bijzonder deze munten en andere vondsten van het strand van Domburg gedurende langen tijd verzamelde, bestudeerde en beschreef. Het oordeel van deze deskundige mag dus hier van het groot ste belang worden geacht en het stemt overeen met de con clusies die rusten op de vergelijkende taalstudie. Zoowel dus overeenkomstig de meening van De Man en Fokker als gegrond op ons zelfstandig onderzoek van het dialect van Schouwen, Westvoorne enz., en ook in verband met vele gegevens uit de oudere literatuur over Zeeland en omgeving, staat nu wel vast dat hay hoog, en hayman dus met hoogman moet worden vertaald. Dit was voor ons en ook voor onze voorgangers het einde van wat tot dusverre bereikbaar bleek, want het tweede deel 1) Dr. M. A. v. Weel, t.a.pl. Woordenlijst.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1937 | | pagina 79