27 bepaalde tijdvak een nieuw en helder licht worden geworpen, waaruit de onderlinge samenhang der feiten noodzakelijk moet blijken. Ook moet het tevens mogelijk zijn het geciteerde uit genoemde drie auteurs aan te vullen en verder uit te breiden voor zoover onze kennis of inzicht dit veroorloven, waarbij door het verband der feiten, onze hypothese, hoewel aanvan kelijk op den achtergrond, in steeds helderder licht verschijnt. Tenslotte is op deze wijze de hooge waarschijnlijkheid van onze hypothese aangetoond en daarna volgt het eindelijk ge vonden bewijs hiervan uit de oudere literatuur over Zeeland, ook weer in duidelijken samenhang met wat reeds vroeger was bereikt. DRIE BELANGRIJKE STUDIES IN VERBAND MET HET TIJDVAK, WAARIN HET ONTSTAAN DER HAYMANLANDEN VALT. In ..Deensche Heerschappijen in Friesland gedurende den Noormannentijd", door prof. I. H. Gosses1), behandelt de schrijver uitvoerig wat op dit onderwerp betrekking heeft. In het kort saamgevat luidt het als volgt Vóór 834 hadden de Denen nog eerbied voor de krachten van het Frankische Rijk en richtten hun tochten naar elders. Reeds Karei de Groote en na hem Lodewijk de Vrome had den getracht in Denemarken invloed uit te oefenen, door steun aan kroonpretendenten en door de Christenzending, Hemming en Harald, twee broeders, waarvan de eerste reeds in 812 in het Rijk woonde, werden beide door Karei den Groote in hun actie tot het bemachtigen van Denemarken, hoewel vergeefs, gesteund. 1) Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen, Afd. Letterkunde, Deel 56, Serie B, No. 4, blz. 712, 19 en 20.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1937 | | pagina 81