31 van het recht gold. Een dergelijke rechtsbedeeling was ook voor het nageslacht, toen de eenig mogelijke om in het bezit van het eenmaal verworvene te blijven de zoons alleen kun nen practisch dit recht handhaven1). Dit alles is te plaatsen ongeveer tusschen den tijd van Karei den Groote, toen de lex Frisionum toch zeker nog in het Friesche gebied tot het Zwin gold en zooals Fruin zegt, de tijd van circa 1250. In collectief bezit en gebruikt als militair bezettingsterrein, hebben de Noormannen o.i. dus de Haymanlanden dien naam verschaft door de inwoners is hij waarschijnlijk gegeven. Individueel heeft elk bovendien als buit zijn aandeel van den bodem verkregen, natuurlijk met de bevolking inbegrepen. Men ziet waartoe de toepassing onzer hypothese leidt zoowel door de begrenzing dezer feiten tot een bepaald tijd vak, als door de verklaring, thans mogelijk van veel wat duister was, is al dit voorgaande voor ons doel van het groot ste belang in beide gevallen springt een mogelijk, zelfs waar schijnlijk verband met de Denen-periode terstond in het oog. Tenslotte volgt nog een poging tot nadere localiseering en verder onderzoek van deze vreemde invloeden met name in Walcheren, waar de stichting van een drietal burgen daarop wijst en waar dit ook schijnt te blijken uit een aanvankelijke onderbroken, later weer herhaalde kerstening. Wij ontleenen dit aan de studie „Burg en Kerspel in Walcheren", door prof. J. Huizinga2). Daar vangt de schrijver aan als volgt: „In deze studie wordt beproefd, door een nieuwe rang schikking van bekende of althans toegankelijke gegevens, „schraal en weerbarstig als het materiaal voor de middel- „eeuwsche geschiedenis van Noord-Nederland is, tot wat meer „stelligheid te geraken omtrent den toestand van Walcheren „vóór de 13e eeuw. Het zou mogelijk zijn, dat de conclusies 1Ook de verkoop of overdracht van kwade leenen, bij gebrek van erfgenaam en met vergunning der Grafelijkheid, was geoorloofd. Slechts zelden dus zullen leenen aan de Grafelijkheid zijn vervallen. 2) Mededeelingen der Koninklijke Akademie van Wetenschappen. Afd. Letterkunde, Deel 80, Serie B 2.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1937 | | pagina 85