41
andere voorwerpen verzameld, en dit gaat nog steeds voort.
Uit deze blijkt, en dat is hier van het grootste belang
dat deze Burg waarschijnlijk terug gaat tot half de 8e of
eind 8e eeuw zeker. Uit den tijd der Germanen en Romeinen
zijn hier ook zwakke sporen van bewoning.
Dit alles nu in verband met het voorgaande geeft mij recht
tot de conclusie
Het eerste begin van dezen burgenaanleg als bestuurscentra
is hoogstwaarschijnlijk uit den tijd van Karei den Groote
die te Domburg mogelijk iets vroeger. Natuurlijk zal dit later
uitgebreid zijn. De eerste kerstening is dus ook uit dien tijd
ongeveer het is waarschijnlijk dat ze van het westen uitging,
waar de evangeliepredikers landden. Dit laatste meen ik af
te kunnen leiden uit de duidelijke aansluiting tusschen heiden
dom en christendom, vooral op Schouwen, waar Lente- en
Midzomerfeest nog herkenbaar zijn.
Natuurlijk zijn het de invallen der Noormannen die de
kerstening vernietigen en later de vernieuwde kerstening, door
den aftocht der hoofdmacht, geleidelijk mogelijk maken.
Op Schouwen is er blijkbaar niet zooveel verstoord als wel
op Walcheren vooral voor Domburg krijgt men den indruk
dat daar de heidenen van over de zee nog lang afkeerig van
het christendom zijn gebleven.
Ook een andere factor dient hier nog vermeld op 1 K.M.
afstand van het dorp Burgh, dat eveneens vlak naast den
Karolingischen ronden burg gesticht is, ontstond als vlucht- of
wijkplaats een tweede latere burg. Deze is een uitgebreide
aanleg, en omvat in een breede gracht een groot rechthoekig
terrein, terwijl aan een der dwarszijden binnen een tweede
gracht het hoofdgebouw moet gestaan hebben. Thans een
hofstede, Kraaienstein genaamd, is deze aanleg nog duidelijk
herkenbaar. Vg. Holwerda, Dorestad, blz. 49, de afb. der
vesting Sabatz.
De dateering hiervan is dus wel 9e a 10e eeuw de eerste
Karolingische burg leverde scherven als Holwerda vermeldt
t.a.pl. blz. 60 met vele indrukken op hals, rand en schouder
van den pot. Vandaar de vroegere dateering in tegenstelling