44 toestand voor oogen. nl. die der hernieuwde kerstening, en de vraag is nu, de primaire toestand daaruit af te leiden. Juist van Domburg en omgeving zijn zoovele gegevens bekend, zoowel van het strand (met name Merov. en Karol. grafvondsten) als nu ook van het terrein van den Burg, dat daar geen twijfel kan bestaan aan een zeer langdurige be woning, in Germ.-Rom. tijd aangevangen en steeds voortgezet. In deze duinstreek, evenals op Schouwen, is dus ook steeds het vroege centrum der bewoning en van het bestuur geweest voor Merov. en Karol. tijd was dit nog herkenbaar uit de woningen op het strand, de graven en den Burg. Hieruit kan, door vergelijking met Schouwen, dat dezelfde bevolking bezat en dezelfde invloeden van buiten onderging, mogelijk de vroegere toestand in Germ. Rom. tijd en later gereconstrueerd worden. Reeds vanaf het midden der 6e eeuw, zooals uit de talrijke gouden munten blijkt, als bijgaven in lijkengraven gevonden, was hier deze talrijke welvarende bevolking gevestigd.1) Een gedeelte was, officieel althans, gekerstend, zooals ook uit de vroege grafvondsten blijkt, maar de massa is langen tijd aanhanger gebleven van een hardnekkig en woest heidendom. Het contact met het Z. en de Rijnstreek is voor deze kust bewoners voordeelig geweest, aan den ouden zee- en handels weg naar Brittannië zij hebben het christendom voorloopig maar op den koop toe genomen, en eerst in 695. met de ver schijning van St. Willebrord. begint de eerste Kerstening. De Burg te Domburg, evenals bij Burgh op Schouwen, lag toen vrij ver binnenwaarts van de duinen en was ook hier mogelijk te bereiken langs een geul of kreek, zooals nu nog blijkt uit de ondiepe waterloop die eindigt in de Schuitvlot- straat. Zeer waarschijnlijk is deze straat in zijn verlengde niet anders dan de weg in de aslijn van den oorspronkelijken burg. Deze middellijn ontbreekt evenmin te Middelburg of te Burgh (Sch.Oorspronkelijk heeft dus waarschijnlijk de 1Op Schouwen ontbreken d.g. vroege vondsten evenmin, op 500 n. Chr. te dateeren.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1937 | | pagina 98