45
Burg, ver zuidwaarts, tot het Schuitvlot en ook verder noord
waarts gestrekt. De groote buitenkring ook O. en W.waarts
is dus geheel verdwenen en van de binnenkring is alleen de
westelijke helft bewaard.
Het Schepenaktenboek van Domburg1) vermeldt op ,,17 Jan.
1541/42 een huis, gelegen op den burch, over oestzijde van
der straete, toebehoorende broer Andries Vlamynck."
Het komt mij voor dat het geval dus 'te localiseeren is op
den Burg de bedoelde straat ligt in het verlengde der Schuit-
vlotstraat of maakt daarvan deel uit. Ze strekt precies noord
waarts. zoodat de huizen dus aan west- en oostzijde zijn ge
plaatst. Of de bedoelde woning binnen of buiten den kleinsten
kring lag, blijkt onzeker. Waar volgens de afbeelding bij
Huizinga t.a.pl. van Sint Winoxbergen dit Burgtype een
wijde verbreiding heeft gekend en de bedoelde hoofdweg
volgens de aslijn nergens ontbreekt, behooren ook op dezen
grond genoemde vestigingen tot de Vroeg-Karolingische tij
den. Daar juist de dateering van het grootste belang is, dient
nog vermeld dat Kraaienstein, welke naam o.i. beduidt de
Burg of Steen van of tegen de Kraaien of Zwarte Raven,
later als buitenverblijf, o.a. van Pieter de Huybert in de 17e
eeuw, nog tot 1890 heeft voortbestaan. Bij de afbraak werd
in de fondamenten veel tufsteen ontmoet en ik herinner mij
ook als knaap in de uitgegraven aarde der gracht een eirond
bakje te hebben gevonden, van een menschenschedel afge
zaagd, als bij Boeles t.a.pl. plaat XXVI.
De Karol. Burg is daarentegen volkomen genivelleerd
alleen aan de Zuidzijde bestaat nog een gedeelte der lood
rechte buitenhelling van den binnenwal, waaruit het ons nog
gelukte een vrij vroege Kar. scherf te bemachtigen.
Vooral uit de scherven vondsten van Burgh (Sch.) blijkt
deze dateering dus met besliste zekerheid, terwijl ook later
te Domburg dezelfde vroege verschenen.
Voor al de voornoemde dateeringen hebben wij in geen
enkel opzicht het gegeven, of liever onze hypothese der Hay-
1) Huizinga t.a.pl. blz. 15.