115
De Staten-Generaal vragen om een schriftelijk rapport, wat
onmiddellijk moet zijn ingeleverd, want reeds in de vergade
ring van den volgdenden dag kon het stuk worden behandeld.
De kaart, bedoeld in de notulen en door Dr. Wieder, is blijk
baar dezelfde als no. 519 van den Inventaris der verzameling
kaarten, berustende in het Rijksarchief, I, (1867), blz. 85 1
Is nu Kleyntjen Cleyn Claesjen Claes Martens (van
Rosevelt) uit Oud-Vossemeer De beschikbare gegevens heb
ben dit nog niet met zekerheid uitgewezen. In 1609 ontdekte
Hudson de naar hem genoemde rivier. Maar de oudste be
richten over handel van Nederlanders op Long Island dateeren
eerst van 1614 2Verschuilt zich in Kleyntjen inderdaad de
gezochte Claes Martens, dan is hij dus hoogstwaarschijnlijk
tusschen 1614 en 1616 naar de Nieuwe Wereld scheep gegaan,
Daarom zijn alle beschikbare akten van Oud-Vossemeer uit
de jaren 16121616 stelselmatig doorzocht. Geen enkel stuk
maakt echter melding van Claes Martens. In den bestaanden
index op het Weeskamerarchief van Tholen en in de doop
boeken van die gemeente is hij niet gevonden. De te Middel
burg beschikbare Thoolsche bescheiden gaan slechts terug tot
1624. Ook het doopregister van Oud-Vossemeer zou mis
schien licht kunnen brengen, maar het begint, gelijk hierboven
reeds werd opgemerkt, helaas eerst met het jaar 1659.
De heer J. J. van Rosevelt te Schoondijke deelde mij ver
schillende, op zichzelf merkwaardige, bijzonderheden omtrent
zijn geslacht mede. Tot opheldering van de gestelde vragen
hebben zij echter niet mogen leiden.
Verder sprak en schreef Ds. Dr. C. Veltenaar te Tholen
mij herhaaldelijk over zijne onderzoekingen inzake de familie
Roosevelt. Naar ik hoop worden de resultaten later bijeen
gepubliceerd.
1De Algemeene Rijksarchivaris bevestigde dit en deelde mij mede,
dat de aanteekening op de kaart verder geene aanwijzingen omtrent
Kleyntjen bevat. Het bijbehoorende rapport van 19 Augustus 1616 ontving
ik in afschrift. Het maakt van Kleyntjen geen gewag. Volgens mededeeling
van Mr. Bijlsma is het stuk in Engelsche vertaling gepubliceerd door
J. R. Brodhead in diens hierboven op blz. 112 aangehaald werk, I. blz. 13.
2) Wieder, a.w., blz. 7.