43
nog vóór den dood van Hendrik van Borssele tot gereedheid
gekomen waren en waarvan men een afbeelding vindt in de
Aarde en haar Volken iwerd „ter metselaers behouf" gelegd
door Wolferts jong gestorven zoon. Lodewijk, toen (1474)
vier jaar oud. Doch Allen (I 208) geeft als Anna's ge
boortejaar 1469 aan, terecht echter voorzien van een vraag»
teeken.
Maar al had „de heer van der Vere" ook de jeugdige Anna,
nu zijn erfdochter, bij zich, in Rotterdam heeft hij 't ook niet
lang gehouden. Hij moest het bespeuren, dat Maximiliaan van
Oostenrijk, in het kamp zijner tegenstanders, de Kabeljauwen,
stond. Gevolg van een en ander was, dat hij, Hoekschgezind,
het ambt van stadhouder (1480) neerlegde, dat nu overging
op Joost van Lalaing, hoewel een Henegouwer. Rotterdam
kwam in bewaring van Joris, bastaard van Brederode. (Nieuw
Nederlandsch Biogr. Woordenboek X).
Was het dus Wolfert met zijn stadhouderschap in Holland
slecht vergaan, ook in Zeeland achtervolgde hem. trouwens
ook ter zee (bij 't beschermen der visscherijbelangenhet
noodlot, tot in zijn familie, waar 't ongeveer in dezen tijd moet
geweest zijn, dat hij zijn zoon Lodewijk verloren heeft. En
Maximiliaan had hij tegen zich gemaakt en of het nu een
wakker avonturier als den Franschen overste Petit-Salazar
nog mocht gelukt zijn door zijn voorspraak dien vorst te
weerhouden van bezetting van Veere, of dat het hier slechts
uitstel van executie betrof, Wolfert was er zelf niet gerust
op. Hij had tevoren reeds troepen geworven, deed het daarna
weer, met de zijnen heil zoekend bij de Vlamingen, terwijl,
naar verhaald wordt, bij een vredelievend bezoek van den
landsheer, deze alleen ontvangen werd door zijn, hem, Wol-
I) 1875. 272. Zie ook een deel van den gevel vóór de restauratie
naar een foto in het Rijksbureau voor de Monumentenzorg bij Unger,
a.w., waar ook de bouwgeschiedenis, naar aanleiding blijkbaar van de
voltooiing der laatste restauratie in October 1934. Dezelfde auteur be
handelde ook die van het bovenvermelde, vermaarde stadhuis te Middel
burg, waarvan de bouw in 1452 begonnen is (in Oudheidkundig jaar
boek 1932).