51
Maar niet alle bezittingen van Wolfert waren nu in handen
van Philips en Anna, zij het wel degelijk de voornaamste,
omvattende nl. al het bezit op Walcheren, benevens Brouwers
haven. Maar in de art. Brederode van Deel X van het Nieuw
Nederl. Biogr. Woordenboek aangehaalde en ook door de
Brakke geciteerde „Inventaris van de bescheiden van de heeren
van Brederode en latere bezitters van de heerlijkheid Vianen,
berustende in het Fürstliche Haus und Landes Archiv te
Detmold No. 122 (in Verslagen 's Rijks oude Archieven
1909) wijst op een boedelscheiding, geformuleerd in het
tractaat van 4 Maart 1491.
Krachtens dit tractaat werden, afgezien van Sloten en Am
stelveen, die aan Anna's zuster Margaretha en haar echt
genoot Walraven van Brederode toevielen, de ambachten op
Zuidbeveland verdeeld onder beide echtparen, dit en dat,
hetwelk gevormd werd door Maria, vrouwe van Baerlandt
(London 1889 bl. 71) dat is de eer van Philips van Kleef als gijzelaar te
na (volgens sommigen gewonnen door de Franschen zie aldaar), doch
óf dan wel in hoeverre dit ook het geval kon zijn bij Beveren, blijve
hier daargelaten, al hield hij het met dezen tot diens tegenspoed in 1489.
Zeker is hij niet zoover gegaan als de Ravesteiner, die tot het uiterste
den strijd tegen Maximiliaan heeft volgehouden, tot zijn val in Sluis,
eerst in 1492. (Albrecht van Saksen, N.N.B.W. I, 6365, vgl. ook
VIII, 208. Zie verder over zijn rol en later leven de Fouws dissertatie
(thans (April 1937) verschenen). Maar van Beveren trad voor Maximi
liaan op als admiraal van de zee", vooral na den (tijdelijken) vrede van
Frankfort (bevestigd te Montil-lez-Tours) en het verdrag van Damme en
na dat van Cadzand (met Gent), met name voor Sluis. Over hem als
.kapitein" (en gouverneur) van gewesten hadden wij het boven. Ook over
dezen medestrijder, eerst later tegenstander van den gelijknamigen Rave
steiner en zijn soms ook bemiddelende rol, wil hier geenszins het laatste
woord gezegd zijn als over zoovele andere heeren van Veere blijve
dit voorbehouden tot heller licht zal zijn opgegaan als gevolg van toe
komstige nasporingen in het archief aldaar, waarvan ongetwijfeld nog op
heel wat resultaat op het punt van thans nog onvolledig of onduidelijk
bekende gegevens mag worden gerekend.
Zie voorloopig ook nog de art. in genoemd Woordenboek over Engel-
brecht (II) van Nassau, dan als Maximiliaan's stadhouder van Vlaanderen,
en den krijgskundigen Wilwolt van Schaumburg, eveneens krachtig mede
werker van Albrecht van Saksen.