52 en Marten van Polheim, medegenoemd ,,den schoonen-Poel", hofmeester van den R.K., die, behalve dit Baerlandt, blijkens Navorscher XXIII 501, ook de meer dan eens vermelde heer lijkheid van der Nisse verwierf. Maar al vroeger had Marga- retha, die we reeds ontmoetten als vrouwe van Ridderkerke (dus ook een Hollandsche bezitting) en Cloetinge (zie bl. 6), aanspraken laten gelden op Fallais, 31 Maart 1486 als leen verheven voor het leenhof van Brabant, zonder dat zij er echter eigenares van werd. Wel werd dit Johanna (zie boven), te wier behoeve tenslotte, na den dood van haar vader, haar zuster afzag van haar aanspraken. En, naar reeds bleek, van deze Johanna, die dus als vrouwe van Fallais in de plaats getreden was van Margaretha 1was de echtgenoot Wolf gang van Polheim, broeder van Marten, gehuwd met beider zuster Maria als deze, Vliesridder, terwijl vooral uit Poswick, o.c. 74 s. blijkt, hoezeer beiden, met Maximiliaan in de Nederlanden gekomen, door hem zeer begunstigde en veel gebruikte dienaren waren. Bij Wolfgangs terugkeer naar Oostenrijk verkocht hij de heerlijkheid aan den R.K., die er over beschikte ten gunste van Boudewijn, ook al een van de bastaarden van Philips den Goede, en wel genoemd naar zijn geboorteplaats Lille Rijsel), en ook alweer, evenals zijn broeder Antonie e.a. een dapper krijgsman, en schitterend aan het Bourgondische hof. 2 Maar ook deze heeft zich laten overhalen den dienst van 1) Door haar dood werd, na eenige jaren, haar huwelijk met Wal raven van Brederode ontbonden, die daarna hertrouwd is met Anna van Nieuwenaar of Neuenahr, dochter van Willem en Anna van Hoorn (zie art. N.N.B.W. X). 2) Poswick 83 is ook zeer uitvoerig over Boudewijns glans op het tournooi, gehouden 3 Juli 1468, te Brugge, ter eere van het te Damme ge sloten huwelijk van Karei den Stoute met Margaretha van York, en waarop de „Groote Bastaard" als houder van den beroemden „Pas de l'Arbre d'or", met Adolf van Kleef, de voornaamste kampioen was. Wel laat de Biogr. Nat. de Belgique als „chevalier" dezen Boudewijn optreden (inderdaad tegenwoordig), doch zie de uitvoerige beschrijving van de schitterende tjoste en tournooien bij Cartellieri, „Am Hofe der Burg. Herzöge" (Bazel 1926) 127 flg.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1938 | | pagina 110