55 reeds vermelde bezoek na de geboorte van Karei, vol waar deering voor de gastvrouw, die ook zoovele goede werken deed, zoowel door stichting van kerken en canonesieën en andere werken van charitate als door bedijking. Om de bovenaangegeven redenen afziende van ons aan vankelijk voornemen in te gaan op de kwestie van de nalaten schap en de personen van haar erfgenamen, bepalen we ons tot een zoo beknopt mogelijk overzichtje van een paar jaren, waarin haar naam ons voorkomt met dien van anderen met Boudewijn, haar bastaardbroeder, 16 November 1498 (de zaak, waar het om gaat, bij van Visvliet II, 263) met Anna van Borssele, 17 Augustus 1497 (kronieken van Despars IV, 197 en van Reigersberg-Boxhorn (349) met Anna van Borssele, 13 Juni 1500; met Adolf, den zoon van deze, 8 Augustus 1506. t) Van meer beteekenis is evenwel, wat we vernemen, dat 1) Op dat samentreffen der beide Anna's in 1500 wordt alleen nog even gewezen, omdat in de betreffende overeenkomst (vermeld bij Fruin, ,,Het Archief der Onze Lieve Vrouwe Abdij te Middelburg", Reg. 1120) gewag gemaakt wordt van Claes van Bourgondië, natuurlijke broeder van wijlen den heer van Beveren, proost der St. Pieterskerk te Utrecht. Met beiden in verband wordt hier nog herinnerd aan Philips' bastaard van Bourgondië, van dien Beveren de opvolger als „admiraal van de zee", als zoodanig op zijn beurt opgevolgd door Adolf, toen hij bisschop van Utrecht werd, zijnde de eenige der erfgenamen van zijn zuster Anna, op wien we hier toch nog even als zoodanig de aandacht vestigen. In 1508, haar sterfjaar, (doch 1505 bij Cartellieri, „Am Hofe der Herzöge von Bourgund", waar S. 271 ook de andere bastaarden van Philips den Goede worden opgesomd), wordt hij, als heer van Blaton en Souburch genoemd (op Juli) in een drietal regesten (nos. 1100, 1101 en 1102 bij Fruin, „De leenregisters van Bewesten Schelde"). Bij dit Souburg onderscheiden we Oost- en West-Souburg, het laatste eens (15861596) de verblijfplaats van Marnix van St. Aldegonde. Voor de bovenstaande overeenkomst van 8 Augustus 1506 (een kwestie van onderhoud van een zeedijk (waarbij Middelburg en Vlissingen betrokken zijn) willen we kortelijks nog aanhalen het zoo belangrijke werk van de Waard, „De Archieven, berustend onder het Polderbestuur te Middelburg", 476 vlg. Overigens nog slechts „Beschrijving eener verzameling charters, afkomstig van Anna van Bourgondië, vrouwe van Ravesteijn", reeds aan gehaald uit Rijksarchief Zeeland in Verslagen 's Rijks oude Archieven 1895, 316 vlg., 352 vlg. als Bijlage A. Zie ook Unger I, No. 641 en vgl. ook No. 644.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1938 | | pagina 113