64 Trouwens, in het algemeen, kan het natuurlijk geenszins in de bedoeling liggen een doorloopende biographie van Eras mus te geven, waarvoor het hier niet de plaats is en waaraan op het oogenblik geen behoefte meer is na den stroom van Erasmusliteratuur, in het afgeloopen herdenkingsjaar op ons neergestort. Die Parijsche tijd was er hard, de stoffelijke kost even slecht te verdragen voor zijn (toch al niet te sterke) maag als voor zijn brein de geestelijke van de dorre, hem steeds meer en meer tegenstaande scholastiek, die toen aan de Sorbonne hoogtij vierde. Ziek kwam hij terug ziek en arm Vrienden, als te Parijs verworven, zoowel een Gaguin of een Androlinus, konden hem niet helpen, waar zelfs een bisschop van Kamerijk te kort schoot in zijn steun, zoodat hij met lessen wel in zijn onder houd moest voorzien. Op dit te kort schieten, trouwens naar dadelijk blijken zal, ook van de vrouwe van Veere, met boven genoemd gevolg voor Erasmus, heeft ook de pas benoemde Nijmeegsche hoogleeraar Dr. Post gewezen in de door hem in Brugmans' „Geschiedenis van Nederland" behandelde periode der Middeleeuwen (Amsterdam 1935), II 337. Toch was hij toen reeds een man van in de dertig. Tenzij juist met dezen auteur aangenomen mag worden, dat 1469 het geboortejaar van Erasmus is, waarvoor hij merkwaardige argumenten heeft aangevoerd in zijn Rotterdamsche herden kingsrede „Erasmus en het laat-middeleeuwsche onderwijs". In het algemeen is het soms eigenaardig gesteld met die toen maals zoo dikwijls voorkomende onzekerheid inzake geboorte data (eeuwen trouwens vóór het geregeld aanleggen en bij houden der kerkregisters en invoering van den Burgerlijken Stand). Behalve met zoovele anderen, ook bekenden, uit die periode, deelde Erasmus dat lot met Anna van Borssele, van wie hij dan (ongeveer) een jaargenoot zou geweest zijn (zie boven). In het geval van Erasmus echter weer niet zoo heel vreemd in verband met de min of meer geheimzinnige om standigheden van die geboorte, in samenhang met haar on wettig karakter. Tegenwoordig neemt men overigens nog al

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1938 | | pagina 122