65
algemeen 1466 als geboortejaar van Erasmus aan, en wel de
nacht van 27 op 28 October, zooals ook Dr. van Damme
doet, de conservator van het „Erasmushuis" (en de andere
musea) van Anderlecht. 1)
Wat nu bisschop Hendrik van Bergen betreft, bij hem als
tusschenpersoon had dus Jacobus Battus gediend (begin 1495)
vóór Erasmus' eerste vestiging te Parijs voor zijn studie, bij
wien hij ook den tusschentijd doorbracht tusschen zijn vertrek
van daar en zijn terugkeer daarheen (September 1496), mede
gewijd aan een bezoek aan zijn Hollandsche vrienden in het
algemeen een tijd van hard werken, daar ginder en hier de
,,Copia verborumdra ook (althans de grondslag van) de
„Adagia" (later van de „Colloquia"), de beginselen van
briefmodellen en conversatieoefeningen ten behoeve van zijn
leerlingen, die hij onderwees, gelijk we zagen, terwille van
zijn levensonderhoud, en ook in 1498 herhaalde zich hetzelfde
spelletje.
Het was dan, in den zomer, dat Erasmus, die haar man
een dienst had kunnen bewijzen (misschien reeds door Battus
als gouverneur van zijn zoontje aan te bevelen) aan Anna van
Borssele dacht, wier kinderen door zijn steeds trouw gebleven
vriend in het kasteel Tournehem werden opgevoed. Hij echter,
terwijl Battus voor hem daar een uitnoodiging krijgt, kan zijn
lievelingsleerling, den rijken Lord Mountjoy niet opgeven (met
wien hij zomer 1499 naar Engeland gaat) en vraagt zijn
Haarlemschen vriend W. Hermans oudbekende uit Steijn
de Vrouwe van Veere te schrijven en haar lof te zingen.
Dien Goudsch-Haarlemschen vriend heeft hij bij een reis in
Holland begin 1499 weer ontmoet, maar te voren had hij het
gewenschte bezoek aan het bovengenoemde kasteel gedaan
gekregen. Zijn gastvrouw, toen ruim een half jaar weduwe,
„gold voortaan als zijn beschermster", schoon zij, na den dood
van haar gemaal, ook de handen vol had met procedeeren over
1) In zijn „Ephéméride illustrée de la vie d'Erasme", verschenen bij
het 4de eeuwgedachtenis aan den dood van Erasmus (15361936), naar
welke even fraai geïllustreerde als met nauwkeurigheid bewerkte uitgave
ik verwijs voor het controleeren der data uit Erasmus' leven.
Archief 1938
5