67
tractaten ontwikkeld, het Adagium Dulce bellum inexpertis",
waarover Kooperberg. Erasmus als vredeskampioen" t) (den
Haag z. j.) [1936].
Maar 1500 had Erasmus toch vrouwe Anna nog boven
hen in hulde, in wie hij zag „een vorstin van dien rang, ge
biedster over een halve provincie, nicht van den souverein'' en
die, levend op zulk een voet, hij hield voor veel rijker
dan zij feitelijk was, wier financiën in werkelijkheid meer en
meer in berooiden staat waren geraakt. En, hoewel hij niet
gaarne om bescherming bedelen wil in dien geest drukt hij
zich uit hij moet wel, na zoovele tegenslagen geleden te
hebben en toch zoo groote verwachtingen koesterend.
In Parijs werkt hij aan de eerste uitgave van zijn zoo be
roemd geworden „Adagia", die hij wil opdragen aan Anna's
zoontje Adolf, en niet zoo heel veel later (1501) zal hij het
plan opvatten van het, aan practische zedenkunde gewijde
.Enchiridion Militis Christiani" (opgenomen in de Lucubra-
tiones), waarin de aanstaande zuiveraar van het Nieuwe Tes
tament zich als het ware reeds aankondigt toch rijpt daartoe
het plan eerst in den zomer 1504, als hij, rondsnuffelend in de
abdij van het Pare te Leuven, in de bibliotheek aldaar een
handschrift ontdekt van Lorenzo Valla, dat wijzigingen sugge
reerde, in de Vulgata aan te brengen door collationeering
met den Griekschen tekst. 2En weldra ook zullen voor-
1) Aan de daar (bl. 21) gegeven omzetting in het Ned. zou ik
kunnen toevoegen de dito vertaling ,,Wie soet hem hiet kent d'oorlog
niet", zooals ik die bv. aantrof in een critiek op een werk van Binding
(„Wir fordern Reims zur Uebergabe auf") in de Stem (Juni) 1936, bl. 629.
Behalve aan Antonius van Bergen had Erasmus ook in een brief aan
den Heer van Veere zijn smart over den uitgebroken oorlog uitgedrukt.
Over beide nog Mrs. P. S. Allen (uit Oxford), ..Erasmus in Peace",
herdenkingsrede te Rotterdam. (Bijdragen t.a.p. 239 zie daar ook (bl. 163)
over den brief van 14 Maart 1514 Mr. R. Regout S. J. (uit Nijmegen)
naar aanleiding van zijne, bij dezelfde gelegenheid (Rotterdam 10 Juli
1936) gehouden rede over „Erasmus en de theorie over den rechtvaardigen
oorlog". Over de vormen van Erasmus' pacifisme als christelijk modernisme
in het toenmalige Humanisme Dr. Goedewagen, „Van het Humanisme naar
het Klassiek Nationalisme" (in: Nieuw-Nederland Dec. 1936, bl. 416418).
2) Zoo wordt nu ook op de liefde (en studiën) van het Grieksch een
bevruchtende invloed uitgeoefend door (de „Elegantiae" van) dezen