74 die vleierij, hoe kwam het reeds uit en zal het ook, vooral in eerstvolgende jaren, maar al te zeer blijken, hoe Erasmus zich aan zijn positie verplicht acht daaraan te moeten voldoen. Een sterk staaltje, ons wederom minder aangenaam aandoend, vinden we bv. in den gratulatorius„Panegyricus" (van 1504), maar het is anderzijds niet meer dan billijk te er kennen, hoe hem, Erasmus, dit zelf tegen de borst stuitte, gelijk blijkt uit zijn brief, in verband daarmee geschreven aan Paludanus, orator (rhetor) van de universiteit te Leuven, die den ..Panegyricus" had doorgedreven.1) Intusschen, men kan zich voorstellen, in welk humeur Erasmus zich naar zijn trouwen, doch wel eens onbillijk door hem behandelden Battus in Tournehem heeft begeven, hij. die te keer ging tegen Zeeland (en Holland), welk eerste gewest hij om zijn klimaat, dat hij niet verdragen kon, een ,,hel" noemde. Trouwens, ook in dat andere gewest, nog wel dat zijner geboorte, had hij zich slecht thuis gevoeld Maar in Zeeland Hij had (afgezien van bv. de Man Dresselhuis nog eens moeten beleven, den schrijver van het vroeger aan gehaalde werk over die provincie, die zich juist zoo prijzend over dat klimaat heeft uitgelaten Ten deele althans een kwestie van „tref", van „stemming" van den Rotterdamschen, daaraan nog al onderhevigen humanist, want, als het hem later in Engeland zoo goed bevalt („apud Anglos triumphant bonae litterae, recta studia"), dan geldt zulks ook van het klimaat, dat toch van het onze niet zooveel afwijkt. Hoe men zich maar gevoelt, en in welke omstandigheden zich bevindt In bovengenoemd kasteel was onze geleerde zijn troost gaan zoekenin het Grieksch Ja. Anna's tweede huwelijk was (ook) voor hem een streep door de rekening Het behoorde tot de „stroppen" van 1502 Een ongeluksjaar voor Erasmus 1) Daarover Kooperberg, ..Erasmus en het Oostenrijksche huis" (in: Revue Beige de philologie et d'histoire April 1937 aldaar 139140 910 van het overdrukje). Ook mijn tweede bijdrage tot de Erasmus- herdenking in het reeds meer aangehaalde boekje Erasmus als vredes- kampioen" 1112.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1938 | | pagina 132