75
Immers, behalve dat huwelijk, de dood van zijn ouden be
schermer Hendrik van Bergen (7 October), gevolgd door
dien van een nieuweren, Frans van Busleyden, beide nog
voorafgegaan door het (door Erasmus aan vergif toegeschre
ven) overlijden van Battus. Wij bedoelen hier steeds mee
Jacob, al is hij door te Water (a.w.en anderen wel ver
ward met zijn zoon Cornelis. Nu is het wel mogelijk, gelijk
meerdere, meest oudere auteurs, onder wie de la Rue, getuigen,
dat ook deze bij de opvoeding van Anna's kinderen betrokken
is, en zeker met Erasmus in (ook schriftelijk) verkeer heeft
gestaan, doch in bedoelde literatuur wordt Jacob niet genoemd,
terwijl Cornelis toch eigenlijk medicus was (Fokker, „Levens
berichten van Zeeuwsche Medici" bl. 67, die het daar ook
heeft over de o.m. Boxhorn bekende Wereldbeschouwing of
-Beschrijving, „Cosmographie", welke deze Battus in 1512
heeft laten drukken).
Hij was woonachtig te Veere (waar hij 1471 geboren
zou zijn), ook bij Boxhorn vermeld, die hem in 1498 op den
Zandenburg aldaar, bij de hooge weduwe, samen doet zijn
met Erasmus, met wien hij in correspondentie gebleven is.
Beiden worden, wat beter klopt, zeker wat Cornelis betreft,
genoemd als betrokken bij de opvoeding van Adolf's zoontje
Maximiliaan, den als eersten (lateren) markgraaf van Veere
en Vlissingen reeds vermelden kleinzoon van Anna, die op
die opvoeding ook nog invloed schijnt geoefend te hebben
N.N.B.W. VIII 201). Over die Batti nog (de 5e bl. van)
de „Antibarbari" (zie boven). (Vgl. ook de la Rue, „Geletterd
Zeeland" 245246). Dr. van Damme in zijn „Ephéméride"
(p. 10) heeft het echter, in genoemd verband, terecht uit
sluitend over Jacobus Battus. die daar ter sprake komt als
1Over Jacobus Battus het artikel van Slootmans in N. N. B. W.
VIII 57, die ook Taxandria XXXV (1928) 113 aanhaalt, waar o.a.
een uitvoerig stuk over de vriendschap van Erasmus met Battus en
voor Antonius van Bergen, abt van St. Bertin, verwezen wordt naar
Taxandria XXXI (1924) bl. 102 (over dezen broeder van den hier boven
als overleden vermelden bisschop van Kamerijk ook bl. 28, beiden be-
hoorende tot de 13 kinderen van Jan mette Lippen, beneden nogmaals
te noemen).