VII Dr. W. S. Linger heeft in een artikel van de Middelburgsche Courant van 1 Maart 1938 nog eens bijeengebracht, wat er uit oude archiefstukken bekend was van Emelisse, dat in de middeleeuwen een vrij welvarend dorp is geweest met o.a. een gasthuis en een Cistercienser nonnenklooster Onze Lieve Vrouwenkamer te Noorddijk. Een terrein aldaar, een wei met hoogten en laagten en met in het midden een drinkplaats voor dieren, eigendom van de Gebr. Van der Weele te Kolijnsplaat, werd nu afgegraven, geëgaliseerd, in werkver schaffing. Aangezien er veel steenpuin en lei bij voorkomende gravingen gevonden werd, en de volksmond sprak van onder- aardsche gangen, verwachtte men algemeen, dat er merk waardige zaken voor den dag zouden komen. Deze zouden moeten dateeren van vóór 1532, want door groote storm vloeden is toen geheel Noord-Beveland verlaten moeten wor den en „drijvende" gebleven tot 1598, toen er weer voor het eerst met een herdijking begonnen werd. Een eerste bezoek ter plaatse op 24 Februari tijdens de afgraving, in gezelschap van Dr. W. S. linger, secretaris van de Provinciale Zeeuwsche Archaeologische Commissie en van Dr. W. C. Braat, conservator van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, leverde niet veel resultaat op. Veel scherven van het gewone aardewerk, zooals dat in de latere middeleeuwen in gebruik was, en ook veel middeleeuwsche moppen lagen overal verspreid monsters werden hiervan meegenomen. Het hoogste gedeelte van het terrein was evenwel nog niet aangestoken. Er was kans, dat er meer be langrijks voor den dag kwam. Toch ging het niet aan (de kosten zouden te hoog loopengeregeld toezicht te komen houden op de opgraving en deze geheel in wetenschappelijke banen te leiden. Het bestuur van het Zeeuwsch Genootschap bleef dus in contact met personen op Noord-Beveland en het was voornamelijk de heer L. G. Gelderman, arts te Kortgene, die ook reeds bij het eerste bezoek zijn medewerking had verleend, die na eenigen tijd berichtte, dat er behalve de scherven en muurbrokken nu ook reeds een drietal in den grond ingemetselde sarcophagen voor den dag waren ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1938 | | pagina 13