83
graaf van Bossu, evenals zijn voorganger, Jacob III, graaf
van Hoorn, Vliesridder. Zie over hen, over Jacoba, eveneens
tweemaal gehuwd, het laatst met den drie jaar na haar, nl.
24 April 1559 overleden Jan van Kruiningen en ten slotte
Antonia, ook zij de vrouw achtereenvolgens van twee echtge-
nooten, en de uit al die huwelijken gesproten kinderen met
aanverwanten enz. het slot van het artikel over Adolf, wiens
lof, naar men daar nog leest, gezongen is door Erasmus, die
hem zijn boek over de „Deugden" heeft opgedragen (vgl.
boven
Boven spraken we meer dan eens over vorstelijke bezoeken
van Karei V (zoo van 1515) en Deensche koningen of ko
ninginnen op den Zandenburg, financieel zware beproeving
voor Anna en haar stad Veere, waaraan Ermerins telkens
weer herinnert en te ondragelijker na toch al zoo groote
onheilen, als in 1505 (brand, en bezetting met krijgsvolk,
beide gereleveerd), 1506 (een „val" of „grondbraak"), 1510
(een erge brand in Veere). Het zou haast een wonder geweest
zijn, als de hardnekkigste der kwalen uitgebleven zou zijn
die eeuwige pest, die werkelijk ook in Zeeland ging woeden
(September 1518) en vooral te Veere en te Arnemuiden (met
veel sterfte).
Anna nam er de wijk voor naar Domburg. Maar als zij
op den Zandenburg terugkomt, wordt zij door ziekte getrof
fen, waardoor zij 8 December van genoemd jaar komt te
overlijden, diep betreurd door Veerenaars en Vlissingers, ja
door allen, bij wie zij bezittingen had, waarbij ten slotte ook
nog Dixmuiden en Staple vermeld zijn, een heerlijkheid in
de kastelanij van Cassel in Vlaanderen.
Wat zij daarvoor geweest is, moge in deze aan haar (schoon
ook haar geslacht en omgeving) gewijde studie voldoende
naar voren gebracht zijn, op een korte samenvatting van
welker hoofdzaken (met name natuurlijk voor de Veerenaars
van belang) ten slotte nogmaals, behalve door de la Rue
t.a.p. 509511 (die daar ook Reijgersberg aanhaalt), door
Ermerins nadruk is gelegd en, na haar lofprijzing, geeft deze