f 88 Borssele dus niet zijn moge ook onze schets, die trouwens ook niet hetzelfde beoogt toch nog een en ander bieden, nuttig om als uitgangspunt diensten te verleenen voor nood zakelijke, verdere en dieper voortgezette studie. Januari 1938. ging door Keizer Otto II (van 18 Januari 976) aan de abdij van St. Bavo te Gent, behalve van haar oude bezittingen, ook van Borssele, daar Brumsale genoemd (zie bl. 1) gelijk Brumsela in den schenkingsbrief aan dezelve van Koning Hendrik II (van 5 Februari 1003) (zie ook de bevestiging door koning Hendrik III van 28 Mei 1040), gelijk Brunisela, 9 Juni 1161 bij de bevestiging door Paus Victor IV aan de abdij Epternach van haar bezittingen o.a. in Zeeland en het bezit der goederen, door graaf Dirk van Holland als schadeloosstelling haar afgestaan (vgl. ook No. 176 brief van den abt van Epternach aan keizer Hendrik VI van 1197, reeds bekend aan Kluit, die hem echter op 1191 stelde). Tenslotte zie verder voor tal van leden van het hier behandelde ge slacht het bedoelde Register op bl. 554, gelijk van dat van de Fremery's Supplement' op bl. IV. voor meerdere 13de eeuwsche en vroegere Borsseles.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1938 | | pagina 146