95 stand van vestingen bouwt, en dat de om de heuvel gelegen weide doet denken aan een voorterrein, geschikt voor gemeen schappelijke bijeenkomsten, t) De volksoverlevering wil. dat de Denen of Noormannen de bouwers van die heuvelen op Walcheren zijn, wat mede wordt aangevoerd als argument voor de beweerde Deense herkomst der Zeeuwen. Reygersbergh, de oudste Zeeuwse kroniekschrijver, ontleent aan Cornelis Battus van der Vere, geboren Zeeuw, t.z.t. medicijnmeester der stad Vere en ver taler ener Cosmographie, dat de Denen ,,de hoghe berghen maecten"2). Een eeuw later schrijft zijn commentator van Boxhorn ..Door geheel Denemarken, als oock in Zeelandt, zijn nog te zien veel hillen ofte berchkens, met menschen- handen ghemaect, die aldaer kibl, dat een „hoogte" te zeggen is, ghenoemt worden. Deze wierden ghemaect, ofte om sich daer op te berghen tegen de vloedt van de zee, ofte tot een teecken van aldaer ter plaetse bevochten zeghe, ofte tot be- gravinge van voorname heeren ende helden, werdende noch aldaer, als zij afgekert werden, veelderhande wapenen ende ander tuych gevonden, hetwelcke men neffens den dooden, onder de aerde ghewoon was te begraven. Oock placht men aldaer met kampe alle onderlinghe twist onder de ingesetenen te beslissen ende te neder te legghen."3) Deze aanhaling bevat veel verdichtsel. Maar als men, de vingerwijzing van de twee kroniekschrijvers volgend, naar middeleeuwse gedenktekenen van de Noormannen zoekt, wordt men getroffen door de grote overeenkomst der Walcherse heuvels met de in de 10e eeuw door de Noormannen in Normandië opgerichte „mottes" en de .moated mounds", welke zij na The Conquest (1066) in Engeland hebben ge- 1) J. C. De Man. Vluchtbergen in Walcheren, a.w., 7, 64, 82 Vlucht- bergen in Schouwen enz., a.w., 124. Deze weide heet bergwei" in Vlaan deren ..wallebilk". 2) J. van Reygersbergh, Dye Cronycke van Zeelandt, 1551, Cap. VII. 3) Mr. A. Meerkamp van Embden maakt er ons vriendelijk op attent, dat het woord hibl in het Zeeuws nog leeft in de zin van ,,een zware, lange, uitstekende, verhoogde kin."

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1938 | | pagina 155