105 behoefte aan goedkope kastelen van kleine afmetingen, die in de kortst mogelijke tijd konden gebouwd en met een mini mum van manschappen verdedigd worden. Het is ons nu ook duidelijk, waarom de „werf", d. i. heuvel met omheind terrein, altijd een „vroon" of terrein van den (ambachts)heer is. De Walcherse bergjes zijn dus geen vluchtbergen geweest om de ingezetenen van het omliggende met al hun hebben en houden in tijd van overstroming te redden en dagtekenen ook niet uit het Friese tijdvak (5e7e eeuw), zoals De Man aan neemt, en zijn beslist niet van voorhistorische, Keltische oor sprong, tot welke mening De Man overhelt bij het vinden van vuurstenen. Met de bedijking van Walcheren hebben de bergjes evenmin iets te maken. Vele heuvels zijn nu gedeeltelijk of geheel afgegraven en de grond verspreid tot beterschap van landerijen, dempen van putten, ophogen van gronden en wegen. In de overlopers vinden wij ze meestal als „beplant" aangegeven de „bergwei" is weide gebleven of bebouwd. In Vlaanderen noemt men die bergwei „wallebilk". 1 Bij het afgraven en onderzoeken der bergjes heeft men aan de mogelijkheid „hoogteburcht nooit gedacht en is men achteloos voorbijgegaan aan veel wat in die richting wijzen kon. Ook heeft men, om meerdere kosten te sparen, altijd verticaal in plaats van horizontaal afgegraven. Bij een hori zontale afgraving zou men het proces van het ontstaan van de heuvel in omgekeerde richting herhaald hebben. Voor zover wij uit de resultaten van De Man's werk kunnen besluiten, wijzen op sporen van gebouwen de bergen Wal cheren, no. 43 (burg) no. 28 (stenen gebouw) Schouwen, no. 7 (grondvesten) no. 9 (id.) no. 18 (H u i s te Werve) Tholen, no. 5 (gebouw c.a.) no. 6 (Zeeuwse moppen) en de op blz. 73/'4 vermelde „Torenweide" te Wolfaartsdijk in Z.-Be veland, met op de „mote" overblijfselen van vloer en haard. 2) 1Zie W. Bossier, Vluchtheuvels in de Zeeuwsche en Vlaamsche vlakte en R. Mullie, Burchten in Vlaanderen (Toerisme, 1937, no. 22, 908/' 18). 2) Zie verdei nog De Man, Vluchtbergen in Walcheren, a.w., 121/'2.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1938 | | pagina 169