106
Sporen van paalwerk vertonen Walcheren, no. 1 en 11;
Schouwen, no. 15.
Op verdedigingswerk wijst de voorschans van Schouwen,
no. 9.
Op sporen van verblijf de zowat overal gevonden huisdier-
beenderen en as, handmolen-, aanzet- en vuurstenen, bene
vens de kelder van Schouwen, no. 9.
Welputten vond men tot nog toe niet. Is dit ook een bij
het onderzoek verwaarloosd punt. of putte men het water uit
de eerste ringgracht Zoet water zal in die lage weilanden wel
niet te vinden geweest zijn.
Hieraan kan men nog toevoegen, wat Ermerins in zijn
Zeeuwsche Oudheden, IX, 181, zegt over de berg van het
kasteel Zandenburg bij Vere ..waarschijnlijk dat hieronder
een ijskelder was, dit is zeker, dat volgens overlevering deze
terp een magazijn van buskruid in zich bevatte, zijnde die terp
in dezelfde gracht van 't kasteel gelegen waaruit die met een
steenebrug met bogen en poort werd bezocht... welke gracht
voorts aan drie zijden omzoomd was met breede grasperken,
die weder alle in gallerijen en steene gebouwen besloten
waren, daar mindere bedienden, vee en gereedschappen zullen
geborgen zijn."
Wij moeten het bekennen 't is een vrij pover resultaat
Krachtiger steun voor onze thesis kunnen wij halen uit de
waarnemingen van Van Giffen1), Remouchamps 2en Hu-
bregtse3) bij hun bergenonderzoek gedaan. Daaruit blijkt
wat wij reeds hogerop lieten doorschemeren dat de tegen
woordige vorm der bergen niet in éénmaal, maar in tweemaal
werd bereikt. De oorspronkelijke kernheuvel had een kleiner
grond- en topvlak, was slechts it 2 M. hoog, rustte op een
1) Dr. A. E. v. Giffen, 7e en 8e jaarverslag Vereen, v. Terpen
onderzoek, 48/'9.
2) A. E. Remouchamps, De vluchtberg bij de hofstede ..Berglust" te
Ritthem op Walcheren (Oudh. Med. Leiden. Nieuwe reeks, VIII1,
1927, 40 v.v.
3) J. H. Hubregtse, De vluchtberg te Duivendijke (Schouwen) (Oudh.
Med. Leiden, Nieuwe reeks X1. 1929, 61 v.v.).