113
verdeeld was over twee of meer heren, vermoedelijk in verband
met het feit, dat er verscheidene sleutelposities waren Hoe
meer werven, hoe meer heren Noodzaak is het o.i. niet. Even
eens begrijpt men nu beter het door De Man in kaart gebrachte
beeld der Walcherse werven naarmate men zich van de duin-
kust die natuurlijke verdedigingslijn verwijdert, moesten
zij wel talrijker en dichter worden.
De twee-, drie- en .viersprongen van wegen, de samenloop
van sprmken en rivieren zijn plaatsen, waar bevolkingscentra
konden ontstaan, kiem van dorpen en steden. De cyclus berg
met bijbehorende boerderij kerk dorp stad of ook
wel omgekeerd, wordt hier met meer, elders met minder succes
doorlopen. Voor de plaatsnamen op-werf en -hil als Scuwelinc-
werve, Moggecshil enz. mogen wij de eerste kringloop wel
aannemen de tweede wordt door De Man niet aanvaard. 1
Daar de bergjes dikwijls aan de grenzen der heerlijkheden
werden gebouwd, kwamen soms twee of drie bergen dicht
bij elkaar te liggen. Zo had men, met de bijgebouwen, de
houten loodsen op het voorhof en de hofsteden in de banmijl,
een dorp in de kiem. Er ontbrak alleen de kerk. Toen die er
kwam, groepten zich nog meer huizen daaromheen. Zo ont
stond een dorp.
Had de heer van 't kasteel oorspronkelijk uitsluitend een
krijgskundige zending te vervullen, van lieverlede werd hij
ook bestuurlijk ambtenaar en kregen de „werven'" meer en
meer een vreedzame, administratieve en oeconomische be
tekenis voor het Zeeuwse land. Vaak bleef de ontwikkeling
ook uit Poppeherke, Mariekerke, Poppekinderendorp, Ver-
geijlkensdorp. Bakkersdorp. Koenkinsdorp, Swake, 's Herhils-
dorp bleken geen levenskracht te hebben en zijn teloorgegaan.
Sommige bergjes worden in de Overlopers hil(le) genoemd,
een woord, dat aan de Vlaamse kust, in Zeeland en Noord-
Brabant nog gebruikt wordt voor „hoogte", vooral „duin
hoogte". Zo heelt men op Walcheren den Hil, de hil(le)meet,
Cipershil, Galgehil, Luyshille, 's Papenhil, Root Rocxhil.
1) J. C. De Man, Vluchtbergen in Schouwen enz., a.w., 129.