122 beneden-rivier met getijdewerking en dat toen Tholen, Poort vliet, Scherpenisse en St. Maartensdijk en ook Schouwen in het Zuiden, nog breede voorlanden hadden en in dezen stroom tal van kleine eilanden lagen, die later verdwenen zijn. De kaart van Beekman, Zeeland in het jaar 1300, en die van Van Deventer van 1546 en die van Sgrooten 1570) kunnen daarover den belangstellenden lezer voldoende inlichten. Die van Beekman moet beschouwd worden als de cartografische projectie van onze kennis van Zeeland omtrent het jaar 1300, ontworpen door een uitermate deskundig ge leerde, maar bij het gebruik moet men altijd bedenken, dat ons weten van dien tijd toch nog maar gebrekkig is en de kaart dus ook. Daarom moet ze dus met eenige reserve gebruikt worden. Het woord ,,hayman" is samengesteld uit de woorden „hay" en „man". We zullen nu achtereenvolgens een beschouwing wijden aan deze beide elementen en daarna aan het woord „hayman" zelf, om tenslotte met eenige terzake dienende eindopmer kingen te besluiten. Het woord „hay". Alvorens dit woord uit een meer phonetisch oogpunt te bekijken, willen we eerst onze aandacht wijden aan de beteekenis van het woord „heide en „hey" in Holland en Zeeland in vroegeren tijd. Mag de sprong van „hay" op „hey" in dit gedeelte van ons betoog nog gewaagd lijken, achteraf zal men ons daarin gelijk geven. Wij moeten ons daarbij losmaken van de tegenwoordige beteekenis, al is de tegenwoordige beteekenis wel met de vroegere verwant. Nü beduidt het woord heide of hei uitsluitend „een met heidekruid begroeide vlakte op het diluvium. Vroeger was dit echter volstrekt niet het geval en evenmin bij onze naburen de Duitschers en Angelsaksen. Eer ik echter waag te trachten een omschrijving te geven van wat men vroeger in Holland en Zeeland onder een heide verstond, wil ik eerst eens eenige

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1938 | | pagina 190