126
de aarde aan te ontleenen, die diende om de oudtijds zeer veel
gebruikte kleiwegen op te hoogen. Alleen in geval van nood
zal men daarvoor grond van den polder genomen hebben.
Nu heeft Fokker ons echter verteld, dat men dit ophoogen
der wegen ..haaien" noemde en ook ons den term „haaisel-
wete" gegeven. Dit is al een aanwijzing, dat ook in Zeeland
de hey, hay of haai genoemd werd, wat we later phonetisch
hopen aan te toonen. Het begrip verhoogen in het woord
..haaien" is naar onze meening secondair .Haaien betee-
kende „grond van de hey afhalen, om daarmede de wegen te
verhoogen". Toen later de naam „hey" in Zeeland in onbruik
raakte, dacht men bij „haaien" enkel maar meer aan dit
verhoogen, dus aan het gevolg van het eigenlijke haien.
Nu is het een gelukkige omstandigheid, dat we ons nog
zoowat kunnen voorstellen hoe het op zoon „hey", waar
gemoerd werd, toeging. De schilder „Pronk" beeldde nl. op
een schilderij zulk een stuk „hey" af. Hij maakte dus de be
kende schilderij, die meenen wij vroeger in het gasthuis te
Zierikzee hing. Blijkbaar wordt daar een „hey' -vlakte ten
Z.O. van die stad afgebeeld. We zien in de verte den zeedijk,
stadspoorten, molens en kerken, die boven den dijk uitsteken.
Op den voorgrond is men druk aan het moeren. De „hey'
heeft geen zomerkade, maar op die „hey" bevinden zich keeten
en andere inrichtingen, die overtuigend aantoonen, dat het
gewone hoogwater niet over de „hey" heenstroomt. Blijkbaar
is het vloed, want het water staat ongeveer tot den rand
der „hey" en men benut den vloed, om de gewonnen „brand-
vlotte de turf", ook een moerproduct. weg te voeren. Een
vuur brandt lustig op de „hey".
Nog wijzen wij er op, dat het ook zal voorgekomen zijn,
dat gronden, die misschien generaties door als „hey" econo
misch zijn ontgonnen en zelfs bewoond, later toch zijn inge
polderd, toen de behoefte aan bouwland toenam, ook onder
andere hierdoor, dat het moeren verboden werd.
Maar vanzelf bleef het oude recht, om geen schot te moeten
betalen, bestaan, al zal het voor en na, net als trouwens bij
de vronen, wat de dijkrechten betreft, allicht niet aan po-