127 gingen ontbroken hebben om die belastingen toch te doen betalen, wat ook wel eens gelukt zal zijn in meerder of mindere mate. Nog wijzen we er op, dat er ook gevallen zullen zijn voor gekomen, dat men binnendijksche gronden, die voor het op- hoogen der wegen in uitzonderingsgevallen, bij analogie ook als ,,hey" heeft aangeduid. Misschien ook in die gevallen, waarin men grond voor de dijken noodig had en geen voor grond aanwezig was. Dit geschiedde op alle eilanden hier en daar en ontstonden die akkers, die men „karrevelden" noemde en die steeds ook minder aan dijklasten betaalden dan de andere akkers. Dat men deze gronden misschien ook als ,,hay" heeft aangeduid, zou dan voortgesproten zijn uit een overeenkomstig gebruik. Mochten zulke stukken ,,hey" ook zijn voorgekomen, dan kunnen die slechts secondair als ,,hey" zijn aangeduid. Nu we zoover zijn willen we trachten aan te toonen, dat in phonetisch opzicht in Zeeland het woord hey ook als hay kan zijn uitgesproken en dat men het ook zoo schreef. Houdt men er rekening mee, dat langs de geheele kust van Holland ,,hey" door het volk als ,,hay" wordt uitgesproken en dat op Goeree naast „hey-borg" ook voorkomt „hay-mete" en over weegt men vervolgens dat blijkens lichaamslengte en schedel meting de afkomst vooral der westelijke bevolking van Zee land gedeeltelijk dezelfde is als die langs de Hollandsche kust, dan ligt er niets vreemds in, dat men in Schouwen en Wal cheren ook ,,hay" gezegd heeft, waarbij dan nog komt, dat de Zeeuwsche korte als trouwens alle Zeeuwsche klanken, ver achter in den mond wordt uitgesproken, zoodat ze een a-achtigen klank hebben, die den Zeeuw misschien niet altijd bewust is, maar die iederen Hollander bij een bezoek aan Zeeland opvalt. Dit komt omdat de geheele articulatie-basis bij het Zeeuwsch ver naar achter ligt. Daardoor komt het bijvoorbeeld ook, dat g voor aan een woord als h wordt uitgesproken en de h heelemaal in de uitspraak verdwijnt. Blijkens de texten van Zeeuwsche charters kwam dit in de

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1938 | | pagina 195