129
woord in den vorm „manse" en ook bij ons was het in de
middeleeuwen onder dien zelfden vorm ingeburgerd en verloor
pas zeer langzaam terrein aan de er naast bestaande woorden
hoeve, hofstede, plaats, stee, maar was zóó ingeburgerd, dat
het zelfs als familienaam dienst deed. Dit is zeer teekenend,
want ik schat het aantal echte familienamen in de middel
eeuwen en nog lang daarna niet op een hoog procent van het
totaal aantal namen. Namen als Willem Janssen, Cornelia
Pietersen vormden nog lang het leeuwendeel. Dat desondanks
het woord „Manse'' familienaam was, kon niet anders dan
tot de conclusie leiden, dat dit woord door en door Dietsch
was geworden en dat het veel gebruikt werd. Zoo kent
iedereen in Tholen nog den hoek van Jan Manse. Zoo speelt
bij een soort oproer in Tholen in 1702 een zekere Manse
een rol en huwde op 8 Sept. 1660 te Noordwijk een zekere
Cornelia van der Manse met den remonstrantschen predikant
Daniël Zwaardecroon.
Wij vermelden dit slechts, om den aandachtigen lezer te
overtuigen, dat dit woord, dat nu totaal verdwenen is uit
ons taalleven en uit onzen taalschat, toen springlevend en
veel-gebruikt was en algemeen bekend en als ik deze over
tuiging heb kunnen wekken is dit voor ons verder betoog
van groot belang.
Dit woord „manse" nu, is verwant met het Latijnsche
werkwoord „manere dat „verblijven" en dus „wonen" be-
teekende en dat ook als afleidingen de Fransche woorden
maison, manoir, manable en het Engelsche mansion heeft.
Naast de hoofdbeteekenis van het woord „manse" kwamen
ook bijbeteekenissen op. Zoo drong het woord ook tot zelfs
in Schotland door, waar „manse" beteekende „priesterwoning
met omringend land". Het werd ook als landmaat gebruikt,
net als trouwens ook de woorden „hoeve" en „meet", die
in de zinnen „zooveel en zooveel hoeven moers werden aan
Iman de Waayer verkocht" en „die boer bezit zooveel en
zooveel gemeten land ook als maatnaam dienst deden. Hoe
veel land een „manse" precies was, schijnt niet vast te staan,
althans „Huydecooper" de bekende taalgeleerde uit de 18de