130 eeuw, geeft in zijn aanteekeningen op Melis Stoke daarvoor iets anders op, dan de heer L. de Kanter, weleer lector in de Wis-, Natuur- en Sterrekunde te Middelburg. We moeten dit in het midden laten. Nu is het echter opmerkelijk, dat in Zeeland in de middel eeuwen een woord „man" voorkomt, dat ook een stuk land aanduidt. We hebben dit woord in de samenstellingen Braak man, Dortsman, Hellerman. terwijl mij 2 voorbeelden bekend zijn van de aanduiding „Verbrande Man". Anderen zullen ongetwijfeld nog andere voorbeelden kennen. We willen nu juist over die „Verbrande Man" iets in het midden brengen. Het gebruik van de toevoeging „verbrande" wijst er onom- stootelijk op, dat het woord „man" toen in Zeeland een algemeen gebruikt en volkomen bekend woord was, terwijl men aan de uitdrukking „Verbrande Man", die we 2 maal ontmoeten en ongetwijfeld toen veelvuldig is gebruikt, toch moeilijk een andere beteekenis kan hechten, dan „stuk land, waarvan men de moer stelselmatig heeft opgebruikt, dus verbrand". Dit leidt er ons dus toe, aan het woord „man" de beteekenis te geven van „stuk land". De eene „Verbrande Man" lag voor de kust van Scherpenisse naar den kant van Poortvliet en we laten in het midden of het een stuk was van de „hey" langs de kust van Scherpenisse of één der vele moereilanden, zooals Dirksland en Bommenee, die, met een zomerdijk omgeven, eerst werden uitgemoerd, om dan later, nadat die zomerdijk was doorgestoken door aanslibbing steeds hooger te worden en eindelijk definitief te worden ingedijkt. De tweede „Verbrande Man" werd in 1489 ingedijkt en lag op de „hey" in de Gouwe op de westoever van dien stroom, dicht bij Zierikzee, ten Z. van het „Gouwkens Nieuwland". Bij analogie mogen we nu ook vaststellen, dat ook de Dortsman en de Hellerman stukken land, hetzij dan langs de kust gelegen of als eilanden in de Oosterschelde, zijn geweest. De Dortsman is tegenwoordig én een zandplaat van enorme grootte ten Zuiden van St. Maartensdijk en een geul in de Oosterschelde maar was dit vroeger niet. Dat hij bewoond is geweest, daarop wijst nog het feit dat er tegen

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1938 | | pagina 198