133 haymanlanden, dat dus feitelijk een stapelvorm is, die echter niet als zoodanig gevoeld werd, omdat men niet meer wist wat een „man" en nog minder wat een „hayman" was. We willen nu, wat we gevonden hebben, toetsen aan de werkelijk bestaande haymanne en dan daarna nog het een en ander toevoegen, waardoor alles helderder zal worden. Nemen we eerst Schouwen. De geschiedenis vermeldt le. In het charter van Juli 1220 graaf Willem I geeft aan zijn tweede vrouw Maria van Brabant als huwelijksgift o.a. haymanne in Schouwen „haymanne de Scaldis". Er staat „hoymanne". Men vatte dit „hoy" echter niet op als te zijn ons woord „hooi", want in een charter uit denzelfden tijd wordt „hare" als „hoyre" geschreven. Waar die haymanne lagen wordt niet precies aangeduid. 2e. 15 Mei 1229. Costijn van Zierikzee ruilt zijn goederen bij Zierikzee met Floris IV tegen ontvangst van haymanne en duinen bij Renesse. Heer Costijn krijgt bovendien elk jaar nog 5 mark leenrecht (dus een soort jaarrente). Hier zien we de heerlijkheid Renesse ontstaan. Dat het land wel niet zoo erg veel waard was blijkt wel hieruit, dat heer Costijn ook nog geld kreeg. 3e. 1250. Graaf Willem II verkoopt aan Nicolaas Hen- drikszoon van Zierikzee zijn haymanne in Burgh, Haamstede en Zuidkerke (Zuidland). Het is zaak over de haymanne in Zuidkerke (Zuidland) even te spreken. Op de kaart van Beekman zien we hier een kreek geteekend. die naar Looxhaven loopt en ten Oosten van die kreek waar Zuidkerke ligt, plaatst Beekman een vraagteeken. Het komt mij voor, dat deze kreek veel te nauw is geteekend of liever, dat hier een breede inham in de kust was, die westwaarts, noordwaarts en oostwaarts door een dijk werd ingesloten, m.a.w. dat de Zuiddijk van Schouwen hier in meandervorm insprong en die dus heenliep om de haymanne. die op Hubregtse's kaart van Schouwen daar geteekend staan. Dat we nu hier van dien zeedijk achter

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1938 | | pagina 201