ANNA VAN BORSSELE, HAAR GESLACHT
EN HAAR OMGEVING,
DOOR
Dr. L. M. G. KOOPERBERG.
„Mijn Anna, mijn vermaak uit Borssels edel bloed
Bragt mij in 't erfbezit van Wolfaarts heerlijk goed
'k had Beveren, Zandijk, Vlissingen, Brouwershaven,
Maar deugd en schoonheid zijn de beste huwlijksgaven."
Aldus een bijschrift onder een afbeelding van Philips van
Bourgondië, heer van Beveren, onder soortgelijke van leden
van diens familie, afstammende van Antonie, ,,den Grooten
Bastaard" en te vinden in Gargons ,,Walchersche Arcadia". 1
Maken wij dit ,,pronkjuweeltje van dichtkunst" tot uit
gangspunt onzer beschouwingen, dat den overgang van het
huis van Borssele op dat van Bourgondië inhoudt, dan
letten we vooreerst op het slot van den lsten en den aanhef
van den 2den regel.
Wel mocht de dichter gewagen van Borssels edel bloed
We hebben hier toch te doen met een der oudste en aanzien
lijkste geslachten, die ooit in Zeeland gebloeid hebben, maar
dat met zoovele andere standgenooten, daar en elders, gemeen
1) Leiden 1715, II, 106. Over bijna alle van die compilatorische na
volgingen van Heemskercks „Batavische Arcadia'' afkeurend bij Walch,
„Boeken die men niet meer leest'' (Zutphen 1930) 16.
Ongunstig oordeel over die „dikgeleerde" Arcadianen ook bij ten
Brink 500501 en in Prinsens „Handboek
Portretten van Antonie, bovenbedoeld en zijn nakomelingen, Philips,
Adolf en Maximiliaan te Vlissingen (als nos. 129132) op het stadhuis
in de kamer van den secretaris. Verdere afbeeldingen van hen in Zelandia
Illustrata I, 504506, 572 en Tegenwoordige Staat van Zeeland II, 119.
Archief 1938 1