2 heeft, dat de oorsprong vrijwel in het duister ligt. Wel wordt er een min of meer legendarische Luitpold genoemd als be schermer van de Zeeuwsche schorren en eilanden tegen de Noormannen, deswege door Lodewijk den Vrome beloond met de schenking van eenige goederen, Borssele n.l, en het heele eiland van Zuidbeveland, met de weiden, wildernissen en wateren daarin gelegen. Vandaar de naam van het geslacht Borssele, thans ook Borsele of Borselen geschreven.1 Maar meer nog wordt hij Lippold genoemd naar zijn gelijk- namigen grootvader, vermeld als hertog van Zwaben, wiens jongste zoon Frank dan zijn vader zou geweest zijn. Doch gelijk het met zoovele geslachten gegaan is, het zal nog eeuwen duren, hier tot de 13de, dat de duisternis voor meer licht plaats maakt. Woonden leden van het geslacht toen nog op het reeds in verband met Zuidbeveland vermelde Borssele, waarnaar het aldus genoemd is Wie 17de eeuwsche kaarten als van Visscher en Aerlebout, laat staan oudere, als eene van ±600, ter vergelijking legt naast meer moderne, welke een voorstelling geven van de huidige geografische toestanden, als die van Beekman om nog niet te spreken van de topografische stafkaarten van heden zou den tegenw'oordigen staat van Zuidbeveland, vooral aan zijn zuidzijde, al heel weinig herkennen. We denken hier aan ,,de kaart van Zeeland in 1300" in diens Geschiedkundige Atlas", juist voor Zuidbeveland vooral zoo interessant, waarvan men duidelijk de afscheiding ziet van (W. en O.) Borssele (even als van de beide Baerlants). Wat de beide eerste gebieden betreft, men lette speciaal op de namen Monster en (het slot) St. Trooye (in het W.), over welk Trooye of Troye, mits- 1) Brunisale (977), Berselre, Brumsale, Brinsilla, Borsale en meer van die oude vormen, o.a. bij van den Bergh, ..Oorkondenboek van Holland en Zeeland" zelfs Borstele en Borstel komen voor (zieNavorscher XXX Register). De Rijksarchivaris in Zeeland bericht mij, dat de gemeente zich Borssele noemt, welke schrijfwijze veelvuldig in de stukken en bij de schrijvers wordt aangetroffen. Ook deze studie richt zich naar dat gebruik.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1938 | | pagina 60