4 f het ten volle, hoe we hier te maken hebben met een der, in den loop der tijden, door den waterwolf meest aangevreten gebieden in de provincie van het „luctor et emergo", waarin meer nog dan elders in ons land de mensch met de elementen een woedenden strijd om 't bestaan te voeren heeft gehad. Te eer nog, wanneer we ons er goed vermogen in te denken, wat onze tegenwoordige kennis van al die oude namen der vroegere kreeken. en ook dier gewezen heerlijkheden, als ter sprake zullen komen, verschuldigd is aan onderzoekingen als van een Hollestelle, een de Man en niet minder b.v. aan die, welke 1926'27 zijn verricht in opdracht van het Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen, waarop ook Van Empel en Pieters doelen in hun thans (sinds 1935 te Middelburg) verschijnend werk Zeeland door de Eeuwen heen", die er ook veel aan te danken hebben (I 110 vlg.). Behalve de elementen, hadden ook de menschen huis gehouden in dit gewest, doch dat waren de Noormannen (of Denen) geweest en daarmede had een krachtige figuur als Karei de Groote tenminste terdege raad geweten, die ze, althans voor zijn tijd, door zijn edelen en ridders wel wist weg te krijgen. Hierbij komt zeggen ons de oude kro nieken ook de naam Borssele te pas. Ernstiger evenwel en hardnekkiger was de worsteling met de watergoden, waarvoor dat Borssele wel bijzonder blootgesteld lag. Men moet hierbij niet uitsluitend denken aan het dorp van dien naam. Immers dat dorp, uit gehucht en buurtschap ontstaan, en ook later nooit met stadsrechten begiftigd x) (al noemt Boxhorn I, 381 't een der 3 steden op Zuidbeveland) was slechts een beperkt deel van 't heele gebied in kwestie, aanvankelijk uit 2 of meer eilanden bestaande, nog geheel los, gelijk we zagen, van Zuid- schrijver ook van een Memorie over de verdediging van de Zeeuwsche oevers" (Middelburg 1893). Fr. Müller, „Das Wasserwesen der Niederl. Provinz Zeeland" (Berlin 1890). A. A. Beekman, „Het Dijk- en Waterschapsrecht in Nederland vóór 1795" j's Gravenhage 1905). 1) Zie daarover een „duel" in de „Alg. Kunst- en Letterbode" 1817, No. 53, en 1818, No. 35.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1938 | | pagina 62