10 tusschen die van Vlaanderen en van Holland over „Zeeland inter Scheld et Hiddeneze" Hedensee) d.i. Zeeland be- wester Schelde. Eerstbedoelden zijn dus de heeren ,,tot Monster" dit als toevoeging tot den naam van Borssele, waarmede, ook als zoodanig, alleen de oudste tak wordt aangeduid, een tak, waarvan ook W. te Water, „Het Hoog Adelijk en adelrijk Zeeland", met beroep op het bekende ms. van Ruysch de Bruin, zegt, dat die al vóór eeuwen is uitge storven. En tot dat Zeeland bewester Schelde behoorde ook het gebied in kwestie, dat in 1300 nog een Vlaamsch leen was. Zou niet om eens een enkel voorbeeld te geven tot die oudere linie ook die Wolfert behoord hebben, een van de 9 ridders, welke in 1118 een plechtig verbond sloten om hun leven te wijden aan de bescherming der pelgrims tegen de Saracenen, volgens de Ned. Leeuw 1883, 2, één van de „Arme krijgsbroeders van Jezus Christus", die een geestelijken leefregel aannamen Maar om van deze vroege, trouwens ook slecht bekende Borsselsche heeren hier af te stappen en terug te keeren tot dat schier eindeloos lijkende geschil der Avesnes en Dam- pierres, ieder weet, hoe toch dat pleit tenslotte (6 Maart) 1323, beslecht is ten voordeele van Willem III van Holland (en Henegouwen) en sinds voeren hij en zijn opvolgers ook den titel van graven van Zeeland, dat nu geheel en definitief bevrijd was van het Vlaamsche leenverband x). Hoe was de positie van het geslacht van Borssele 2) onder 1) Vanderkindere, „La formation territoriale des principautés beiges au moyen-age" I, 263 s. Deze schrijver behandelt uitvoerig den strijd tus schen Vlaanderen en HollandHenegouwen, aangehaald door Beekman, „Gesch. Atlas (De gewesten van Noord- en Zuidnederland in 1300)", ('s Gravenhage 1933). 2) Behalve uit de kronieken, Ermerins e. a. oudere schrijvers, put ik hier vooral uit de voortreffelijke, voornamelijk geneal. beschrijving van 't geslacht van Borssele door Obreen (Ned. Leeuw 1927), 241 vlg.). die heel wat misverstarden en onzekerheden uit vroegere genealogieën heeft opgeruimd. Diens „Floris V" (Gent 1907) geeft ook veel belangrijks over den tijd van Wolfert I (met lit. over de twisten, bl, 113) daarover ook, naar aanleiding van de ballingschap van Wolfert c.s. in Vlaanderen,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1938 | | pagina 68