23
Kabeljauw. Hun loon was opneming in den Raad. aan wien,
na afzetting van heer Frank, het bestuur over Holland en
Zeeland weer werd opgedragen en welk lichaam (waarin men,
sinds 1447, het Hof van Holland herkennen kan) feitelijk al
was ingesteld bij de regeling van 3 Juli 1428. En nu leidde
die zoen van Delft tot de breuk daarvan in het geheime huwe
lijk van gravin Jacoba met heer Frank, met het verdrag van
haar afstand als gevolg (1433), waarbij zij ook van haren
titel moest afzien.
Nu scheen het gedaan met de hooge sprongen der van
kuiperij niet vrijgebleken Borsseles, die Floris vooral
als tresoriers al een rol gespeeld hadden onder Jan van Beieren,
toen diezelfde Floris, toentertijd tresorier, genoemd werd
onder de schuldeischers van Jan van Brabant, voor wien de
Beier zijn schulden zou betalen volgens verdrag van 21 April
1420. Trouwens in verband met den Brabantschen hertog
wordt ook Philips van Borssele herhaaldelijk vermeld in sa
menhang met de brieven van 19 en 20 Juli 1425 bij de over
dracht van den Brabantschen hertog van het landsbestuur.
Ook de namen van andere Borsseles komen in deze onrustige
periode meer dan eens voor. Niet alleen van den later uit
voeriger te behandelen Hendrik van Borssele, neef van het
met het opperbevel in Zeeland belaste, besproken drietal, lid,
gelijk we zagen, van den Raad van Negenen, den admiraal,
in verband ook met zijn machtige positie als beheerscher van
de Scheldemonden 1maar ook andere, onder wie „Nycolaus
de Borsalia", trouwens al in den tijd dat heer Floris tresorier
werd, de laatste zelfs al vroeger (1 Aug. 1394).
Niet alleen ..Riemsdijk's nagelaten aanteekeningen" doen
zulks zien. onder den naam van ,,De rechtspraak van den
1Zie P. J. Blok, ,,De eerste jaren der Bourgondische heerschappij in
Holland, 14281434", in: Bijdragen Vaderlandsche Geschiedenis boven
genoemd. Zie ook nog van denzelfde ,.De financiën van het Graafschap
Holland", in Bijdragen Vaderlandsche Geschiedenis 3de R. 3de D. (18S6).
bi. 128, maar vooral Philips de Goede en de Hollandsche steden in 1436"
in Med. K. Akad., Wet. Afd. Lett. Deel 58, S. B. (1924), bl. 33. Vooral
328329 over verschillende Borsseles.