27 hage 1927) Dl. I, II en III in Rechtshist. Instituut, vooral bi. VI en VII (boven, bi. 22, reeds genoemd en later ruimer te gebruiken). Vestigen we nog even de aandacht op Frank, door erfenis van zijn vader Floris („metter zuylen") heer van St. Maar tensdijk en door zijn huwelijk graaf van Oostervant, omdat dat (1434) gesloten is met Jacoba van Beieren ('t vierde van „Vrouw Jacob") 1hij heeft haar 34 jaar overleefd, daar hij in 1470 is gestorven, zonder wettige nakomelingen, slechts een bastaard nalatend, den bovengenoemden Floris, heer van Cortgene, die ter zee gediend heeft in den tijd, dat Hendrik en Wolfert, zijn verwanten uit den huize van Veere, daar 't bevel voerden. Terwijl diens jongste zoon Frank, f 1522, heer van Cort gene wordt, heeft zijns vaders zuster Alieonora, vrouwe van Zuilen,gehuwd le met Gijsbrecht van Nijenrode (Versl.'s Rijks oude Arch. 1905, 208), 2e met Jan van Buren, de meeste van diens goederen o. w. ook de ambachten van St. Maartensdijk en Scherpenisse, geërfd, wier dochter Elisabeth, eenig kind en dus erfgenaam uit haar huwelijk (1475) (met Gerard van Culemburg) 2, of juister 3 kinderen had2). Hiervan verwierf 1) In 1445 werd hij nog geroepen (door hertog Philips) als opvolger van Gerrit van Poelgeest, tot het kasteleinschap van dat Teilingen, waar .Vrouwe Jacob" haar laatste jaren vóór haar dood (9 Oct. 1436) had doorgebracht (L. Ph. C. v. d. Bergh, „Het Huis Teilingen", bl. 3). Maar sinds heeft hij er toch blijkbaar niet vaak meer vertoefd, reden, waarom Prof. Blok in Jaarb. van Gesch. en Oudh. van Leiden en Rijn land II (1905) 103133, die het daar ook heeft over zijn houtvesterschap, vermoedt, dat een ander wel voor hem als kastelein zal zijn neergezet. Zie aldaar 121122, waar ook gesproken wordt over de overbrenging na Jacob's dood van haar meubelen naar Borsseles woning in den Haag, gelijk op bl. 118 over de tot in de 18de eeuw als reliek op 't slot bewaarde stoel, met het oude Holl. wapen, en de twee oude portretten van het echtpaar, nu in het Rijksmuseum. 2) Plaatsgebrek verbiedt hier uit te weiden over die overdracht van de genoemde Stichtsche heerlijkheid aan Frank van Borssele tot vast erfleen geschonken, door Elisabeths huwelijk op het geslacht van Culem burg. Evenzeer als over de betrekking van zijn zuster, haar moeder Alieonora in verband met het huwelijk van den zwager van deze, Johan van Nijenrode, met haar nicht Johanna van Montfoort, tot den voor deze laatste als voogd gekozen Dirk van Swieten (N.N. Biogr. Wdb. V 855),

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1938 | | pagina 85