30
veel meer dan een jaar na Adriaans dood, zijn nog jonge
weduwe tot een nieuw huwelijk bereid (1470) en zeker van
niet minder aanzien was haar 2de echtgenoot, Adolf van
Kleef, heer van Ravestein, Harpen, Uden, Wijnenda(e)l(e)
en Dreischor dan zij en tegelijkertijd opgevoed aan haar vaders
hof en ook (sinds 1462) weduwnaar n.l. van Beatrix van
Portugal, dochter van Pedro, hertog van Coïmbra. Voor
beiden dus ,,een schitterende partij" zij, zuster van Karei
den Stoute, van den genoemden bisschop David en den mede
reeds genoemden Antonie, den grooten Bastaard1), graaf
de la Roche (Lux.) en sinds den dood van den bastaard Cor-
nelis, heer van Beveren, en in het bezit van rijke goederen,
nog vermeerderd door de nalatenschap van Adriaan van
Borssele. En hij Als een der grands seigneurs", der „princes
du sang", door de vorsten met „cousin" aangesproken. Van
die vorsten is Maximiliaan door hem tot ridder geslagen
(1478), terwijl hij van Philips den Schoone als peter is op
getreden 2Kortom, met zijn zoon Philips, de eerste aan 't
Bourgondische hof, met name in den eersten tijd van Karei
den Stoute.
Deze allen waren tijdgenooten van de laatsten van Bors-
sele-Veere, tevens de belangrijkste3).
Vooral gold zulks voor den reeds als zoon van Wolfert (V)
1) Zijn vader kreeg van Keizer Frederik III en Paus Sixtus IV
gedaan, dat Antonie voor wettig werd verklaard en het recht verkreeg
om dien vader op te volgen in al zijn zetels van hertog en graaf, voorts
te mogen voeren den Bourgondischen naam en titel en de andere in den
tekst genoemde titels.
2) Ol. de la Marche III, 250, 252. Zijn familie, waarvan we zijn
zoon Philips weldra zullen ontmoeten, spelende zijn belangrijke rol vooral
in de geschiedenis der 80er en 90er jaren, is beschreven door Chestret de
Haneffe, ,.Hist. de la Maison de la Marck, y compris les Clèves de la
seconde race" (Liège 1898).
3) Zij, Hendrik en zijn zoon Wolfaart (VI), gelijk ook de gelijk
namige tijdgenoot van Floris V (zie boven), de eerste heer van Veere
(idem), zoon van Frank en Maria van Egmond, zijn ook door P. de
la Rue behandeld in „Staatkundig en Heldhaftig Zeeland". Ook verder,
uitsluitend, de best bekende Borsseles uit andere takken, nl. Frank, Jacoba's
echtgenoot, en een paar latere.