35 al zoo lang geweest was voor de Engelsche wol, Veere voor die nieuwe taak gereed echter reeds Antwerpen en het met Veere in dezen vooral concurreerende Middelburg betoonden zich geduchte mededingers 1ook niet steeds zonder succes, waar ook deze stad de gunst van 't vorstenhuis genoot, vooral onder KarelV. Maar hoe deze vorstVeere welgezind was, blijkt vooral uit zijn verheffing tot markiezaat of markgraafschap, maar dat was eerst in 1555, in den tijd van Maximiliaan van Bourgondië, den lsten markgraaf, verder echter buiten ons bestek. Buiten ons bestek valt het ook na te gaan, wanneer dat Veere, dat sinds 1348, toen er een kerk gesticht was en het dus een eigen parochie werd, stad geworden is een kwestie, die trouwens onzeker is, al moet Veere zeker in 1402 stads rechten gehad hebben, immers met dit jaar beginnen de oudst- bewaarde stedelijke registers en wat dat 1ste jaar betreft, toen had dus de afscheiding plaats van de parochie van 1) Toch komt voor de regeering te Edinburg nog in 1522 voor de vestiging van den Schotschen stapel Brugge evengoed in aanmerking als Middelburg, Antwerpen en Veerelinger, „Bronnen" III 304. Zie ook noot 3 aldaar. Overigens over die „weifeling van den handel" uit den tijd na Brugge en vóór Antwerpen en waarbij ook Bergen-op-Zoom betrokken is, (waarover Moll, „De rechten van den Heer van Berg en-op-Zoom", Gro ningen 1915, bl. 159 vlg., alsmede Beerstecher, „Geschiedenis van Bergen- op-Zoom" (Leiden 1895), bl. 45). Zie Sneller a.w. 121, waar intusschen vooral sprake is van den Engelschen stapel en de Merchant-Adventurers bl. 135 intusschen over den Schotschen handel. Zie nog J. Cornelissen, ,,Uit de Geschiedenis van Bergen-op-Zoom in de 15de eeuw" (Leidsch proefschrift, den Haag 1923 bl. 60 vlg.), die daar doet uitkomen, hoe deze Brabantsche plaats, die toch nog voorloopig eenigen luister ontleende aan het daar vooral toonaangevend geslacht der heeren van Bergen (Glimes) (over wie o.a. de ook daar aangehaalde studie van Caland in Ts. van Noordbr. Gesch. III) ondanks alle pogingen om de Engel sche (en Keulsche) handelaren te houden, met name aan het beter gelegen Antwerpen meer en meer terrein verloor tengevolge van de veranderingen bij de Zeeuwsche stroomen en het ontbreken van een achterland. Hier moet ook aan Vlissingen gedacht worden, trouwens, gelijk gezegd, ook aan Middelburg, dat ook met de voorlaatste stad daarover overhoop lag, gelijk over meerdere, andere kwesties als nieuwe havenuitbreiding van Vlissingen, tol, als geheven van de haring e.d. zie, behalve linger, van Grol, „De geschiedenis der oude havens van Vlissingen" etc. (Vlissingen 1931) bl. 19.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1938 | | pagina 93