39
teisterd door een brand, die de fraaie galerij verwoestte geen
wonder, dat reeds Reijgersbergh hierover uitweidt, waar tal
van merkwaardige oudheden, o.a. handschriften moeten ver
loren gegaan zijn. En dien ramp is Zandijk nooit geheel
te boven gekomen en als bijkomende oorzaken van die ver
mindering noemt Ermerins1), de hoofdbron van deze be
schrijving, waarnaar ik voor de verdere geschiedenis met den
ondergang van den burcht verwijzen moet, ook het overlijden
van Lodewijk van Montfoort, kortstondig de 2de echtgenoot
van Anna en waarover beneden meer, de zorg. die zij moest
dragen voor de eveneens nog te bespreken opvoeding van
haar onmondige kinderen en de geldspillingen (ter onder
schraging van hun eer en aanzien) van Adolf en Maximiliaan.
Daarbij was ook hun aller tijd getuige van menig hoog, doch
veeleischend bezoek. En evenals de Souburg de eer mocht
genieten van zoo'n verblijf van Philips den Schoone en zijn
gemalin, de later zoo rampzalige Johanna, na de geboorte van
hun zoon Karei, op hun reis door Walcheren (1500), zorgde
ook Anna, sinds 2 jaar voor 't eerst weduwe, voor een schoone
ontvangst. Karei zelf komt er bij zijn huldigingstocht in 1515
en ook in de tijden van Adolf (in 1520 bij 's Keizers terugkeer
uit Spanje) en Maximiliaan van Bourgondië hielden die be
zoeken van hooge gasten niet op, waarvan we hier willen
herinneren aan den uit Denemarken verdreven koning Chris-
tiaan met Isabella en hun 3 kinderen 1523), in 1540 wederom
van Karei en van zijn zuster, landvoogdes Maria, 7 jaar later,
(deze aan Maximiliaan) beide tot inspectie van zeeweringen
en vestingwerken. 2) Doch niet zoo heel lang daarna heeft
zich 't verval van den Zandijk dieper ingezet, met name sinds
't begin van den 80-jarigen oorlog.3)
1) ..Het kasteel en Kapittel van Zandenburg op Walcheren'' (Z.O.
III, 163 vlg.)
2) Zie over die bezoeken van Karei V nog A. Moens van Bloois,
..Keizer Karei V te Vlissingen" in Zeeuv.sche Volksalmanak 1837, 130 vlg.
Verder beider art. in het N.N.B.W., d.w.z. van Adolf van Bourgondië
in VIII (203), van Maria in X (551 vlg. hier vooral 574).
3) Hierover, met name over dat verval, ook nog te raadplegen
van Lennep en Hofdijk, „Merkwaardige Kasteelen" II, 362365.