40
De boven meer dan eens vermelde bezittingen waren aan
Wolfert VI vermaakt, toen zijn vader Hendrik, met wien hij
in 1450 een tocht naar Rome schijnt gemaakt te hebben, op
hoogen leeftijd was heengegaan, na dus een hooge positie
ingenomen te hebben 1hij, die raad en stadhouder en opper-
kapitein in Zeeland geweest was, daar ook het ambt van rent
meester-generaal (zie boven) had uitgeoefend, gelijk hij ook
elders in verschillende colleges zitting heeft gehad die zijn
heer niet alleen de reeds aangeduide diensten ter zee had
bewezen tegen den zeeschuimenden Warwick, geheim bond
genoot van Frankrijk, dien hij terugdreef, maar ook te land,
om al welke redenen hij, reeds ridder door den slag bij
Brouwershaven (1426), beloond werd met opneming in de
Vliesorde in 1446, één jaar vóór den aankoop van het ge
noemde Grandpré. Door zijn huwelijk was bij dit Fransche
leen voor Wolfert als een Schotsch Bochan(e) (Buchan)
bijgekomen, voor Wolfert, oudste kind uit het huwelijk van
Hendrik met de Vlaamsche jonkvrouw Janna van Halewijn,
dochter van Olivier, heer van Heemsrode en Margaretha de
la Clyte en overleden 18 Maart 1467.
Al had hij in 1468 reeds alle goederen van zijn vader tegen
een jaargeld ontvangen, het was in 1474, na Hendriks dood,
dat Wolfert hem in al zijn leenen opvolgde. Hiervan noemden
we reeds Fallais, nu eens geen Zeeuwsch of Hollandsch leen,
maar een Brabantsche heerlijkheid, echter in Hesbaye gelegen
op een paar mijlen van Huy. 2)
En het was hij, Wolfert van Borssele, die zijn vader ver
tegenwoordigd had (25 October 1470 te Leuven) bij de over
dracht en inbezitneming en aan wien deze het genot van de
heerlijkheid overdroeg althans voerde de zoon den titel van
heer van Fallais reeds sinds 1472, terwijl hij zijn overige titels
toch eerst 1474 aannam, in welk jaar zijn vader op 15 Maart
1) Gelijk we zagen, was hij b.v. reeds in 1428 een der „Negen"
geweest, wier instructie bij van Mieris IV, 932. Doch zie verder daarover
en over zijn volgende rol vooral van Riemsdijk en Obreen.
2) Zie over dat Brabantsche leen en zijn geschiedenis Poswick, ,,His-
toire du comté de Fallais' (Liège 1890).